top of page

Verjaren in de tuin van de Europese Universiteit van de Unicorn: beter wordt het niet!

  • Foto van schrijver: Inge Dubois
    Inge Dubois
  • 12 jul 2020
  • 4 minuten om te lezen

Bijgewerkt op: 13 jul 2020

Vrijdag 10 juli 2020


Halfacht en we worden wakker van het licht en de ochtendgeluiden op de boerderij. Mijn nacht kon beter maar ik heb nu ontdekt dat ik beter onder mijn slaapzak lig dan erin. Fé en Nico hebben prima geslapen. Blij voor hen en in het bijzonder voor Nico die vandaag zijn 47e verjaardag viert. Ik had gehoopt om hem te kunnen wakker maken met de geur van heerlijke koffie van onze Bialetti op ons Camping Gaz maar het weer denkt daar anders over. Het is een grijze ochtend met regelmatig een stevige bui miezerregen. Inpakken en wegwezen is de boodschap. Een paar uur rijden en we krijgen zon geserveerd volgens météo france. Laat ons dat vooral doen. De tent moet nat geplooid worden. Voor alles een eerste keer. De boer komt nog even langs en in een sappig accent van Les Chtis checken of alles ok was en uiteraard ook om zijn acht euro innen. Het was een fijne eerste kampeerplek. Ontbijten zullen we ergens "on the road" doen, nu eerst wat kilometers malen. We houden halt in een winkelcomplex waar we koffiekoeken kopen en een koffietje drinken. Tegen de middag willen we in Etretat zijn, een kuststadje beroemd om zijn "roze" krijtrotsen. We vragen de gps van onze auto om de autosnelwegen te mijden en zoeken allerlei leuke baantjes uit waarbij we kunnen cruisen door de Normandische velden. Nico is in zijn nopjes: de auto rijdt semi-automatisch, we hebben leuke muziekjes op de playlists en we rijden naar de zon. De kust trekt altijd aan maar het moet gezegd: ook het hinterland van Normandië is prachtig met zijn weidse landschappen en glooiende heuvels.

Het is ongeveer 13u als we Etretat binnenrijden. We parkeren op een randparking vanwaar je via een mooi wandelpad tot in het centrum van de stad kan lopen in zo'n tien minuutjes. Op Google had ik een restaurantje gevonden met lokale specialiteiten "La Marie Antoinette". We krijgen nog een tafeltje binnen bij het raam maar worden wel gevraagd om onze mondmaskers op te zetten. Oeps, daar hadden we niet op gerekend. Gelukkig krijgen we maskers van het restaurant (merci beaucoup) om deze dan letterlijk 30 seconden op te zetten want onze tafel is net bij de ingang. Soit. Ik bestel mijn obligate "plats fruits de mer" terwijl Nico en Fé voor een salade met vis gaan. Het is letterlijk vingers en duimen aflikken. Omdat het zijn verjaardag is, bestellen we voor Nico nog een aardbeiensorbet met champagne. Na de lunch wandelen we naar de dijk. Het is best wel druk in Etretat in vergelijking met de andere badsteden waar we ondertussen geweest zijn. Al snel wordt duidelijk waarom: de kliffen zijn werkelijk fantastisch. In Australië heb je de "great ocean road" in New South Wales, wel in Bretagne kunnen ze op iets gelijkaardigs prat gaan. Inclusief de beroemden "twelve sisters" die hier dan "caps" genoemd worden. Wat een indrukwekkende kalkrotsformaties op de rand van "la manche": de zee-engte tussen Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. Alles is netjes georganiseerd zodat je als toerist naar de diverse uitstekende rotsen kan wandelen en toch het gevoel hebt dat het nog natuurlijk genoeg blijft. De stranden aan de voet van de rotsen zijn onbereikbaar voor wandelaars wat dan weer goed is voor de natuur. Door het strand met grote kiezelstenen is de zee hier ook direct diepblauw met turquoise schakeringen. Fotogeniek. Dat is duidelijk. Het valt ons op dat we best wel veel Vlamingen horen tijdens de kliffen-wandeling. Met de auto naar Normandië is duidelijk een eenvoudige en goede vakantiebestemmingen in deze corona-tijden. Na de wandeling drinken we nog iets op de dijk en vergapen ons aan de zeilboten en de zwemmers in zee. Etretat, absoluut de moeite voor een stop-over in Normandië.

Iets na 16u zetten wij onze weg verder richting zuiden. We zouden toch graag nog zo'n 300 kilometer zuidelijker geraken zodat we morgen niet zo ver meer moeten rijden naar de Golf de Morbihan, onze eerste "geplande" bestemming. We vinden uiteindelijk een kampeerplaats bij mensen in de tuin via de app "homecamper". Een heel vlotte communicatie via de app zorgt ervoor dat we zo'n uurtje op voorhand alles nog netjes kunnen regelen en afspreken. Vincent bezorgt ons nog de details van de locatie waardoor we rond halfnegen zijn "domein" oprijden. Het is een statig groot huis van enkele decennia oud. Hier heeft zich ongetwijfeld een hele geschiedenis afgespeeld. Het bordje bij de ingang "Université Européenne de Licorne" doet mij al dromen van kleurrijke verhalen. Wie heeft nu een universiteit voor éénhoorns? De waarheid blijkt een beetje minder exotisch, of toch wat er van bekend is want de huidige eigenaar weet eigenlijk enkel dat de vorige bewoner van het huis een geleerde man uit Parijs was die hier een soort van universiteit heeft opgericht. Waarom en voor wie en wat het verhaal is, daar kon hij ons helaas niet op antwoorden. Een beetje onwaarschijnlijk vind ik zoiets als je aan je deur zo'n bordje hangen hebt. Enfin, we klagen niet want de locatie voor ons is werkelijk heerlijk: we zijn er alleen en de huidige eigenaars, Vincent en zijn vrouw met de drie kinderen, hebben het huis van binnen heel mooi gerenoveerd. We mogen gebruik maken van hun toilet en een zalige warme regendouche in hun eigen badkamer. Hé hé ... na een nachtje bij de boer kan ik dit ook wel terug appreciëren. Terwijl Nico en Fé in zo'n 10 minuten onze tent opzetten en de tafel installeren met onze stoeltjes neem ik een douche. Vanavond wordt het "pain Français" met lokale kazen en een glas wijn. De zon gaat onder, de temperatuur is nog te doen om buiten te zitten (mits een fleece dekentje) en de vleermuizen vervangen de zwaluwen zodra de nacht valt. Kamperen in al zijn eenvoud. We houden ervan.




Commentaires


© 2023 by NOMAD ON THE ROAD. Proudly created with Wix.com

bottom of page