"Neve sit errandum lato spatiantibus arvo" -Ovidius
- Inge Dubois
- 1 aug 2020
- 3 minuten om te lezen
donderdag 30 juli 2020
De wekker staat om halfacht. We willen deze voormiddag graag naar Le Crotoy wandelen (zo’n 4 km over het strand), daar ontbijten en dan terugkeren. Om 8u staat onze parking al redelijk vol. Blijkbaar starten de gegidste wandelingen hier op dit uur. Onze tent is in 10 minuten opgeplooid en we kunnen vertrekken. Ik blijf verwonderd over de schoonheid van dit gebied. De wandeling is perfect. De zon staat schuin voor ons, hier en daar zijn mensen op het strand maar we voelen ons grotendeels alleen. Eénmaal in Le Crotoy kopen we nog een laatste keer “pains chocolat” en wat verderop zetten we ons op terras voor een koffie. Wanneer de serveuse de koffietjes komt opdienen, struikelt ze over de parasolvoet en morst ze de koffies grotendeels op Fé. Gelukkig zonder erg.
De wandeling terug is zowaar nog mooier. De zee is nu helemaal weggetrokken waardoor de vlakte van de baai van de Somme letterlijk honderden meters breder is dan gisteren. Ik merk op dat we hier eigenlijk kunnen verdwalen in de wijdsheid van deze omgeving. Fé maakt de vergelijking met een quote van Ovidius zijn Metamorfoses uit het verhaal van “Pyramus en Thisbe” waarin hij volgende prachtige zin citeert “opdat de ronddwalenden niet zouden verdwalen in de brede velden”. Eat your heart out, BDW. met jouw latijnse quotes.
Omdat we graag willen lunchen in Le Touquet, vertrekken we rond de middag in Le Crotoy. In tegenstelling tot wat ik op voorhand dacht, vind ik deze kant van de Sommebaai mooier en minder toeristisch dan de overkant met Saint Valéry sur Somme. Om nog terug te komen, dat is zeker. We plukken -illegaal- nog een klein zakje salicorne omdat ik dit weekend een pasta met vis en zeekraal wil maken. Om het vakantiegevoel nog wat aan te houden.
Deze reis is al grotendeels een “trip down memory lane” geweest en dat is met een bezoekje aan het Le Touquet van Emmanuel Macron niet anders. Zo’n 18 jaar terug waren Nico en ik hier eens op weekend. We hebben er mooie herinneringen aan. Le Touquet presenteert zichzelf als “Paris plage” en bij het binnenrijden staat een bord met “La plage le plus élégante de France”. Het heeft een hoog Knokke-Zoute gehalte maar ik vind het wel leuk voor een laatste stop. De oorspronkelijke huizen die je hier nog veel aantreft doen heel erg Brits aan. Aan alles merk je de grandeur van weleer. En nog altijd blijft het een stadje van “le beau monde” waar mensen graag uitpakken. Donderdag is blijkbaar marktdag. We wandelen er rond en zien leuke dingen. Aan één van de kraampjes kopen we nog een paar mondmaskers (het ziet er niet naar uit dat we op korte termijn van die dingen zullen af geraken dus Fé kan er maar beter een paar leuke mee hebben naar Costa Rica). In een mooi theehuis installeren we ons op terras voor een healthy lunch met donker brood (love it!), avocado, zalm en een gepocheerd eitje. Yummie. Na al het soms rijkelijke eten van afgelopen weken is dit voor mij een verademing. De groene Japanse thee achteraf maakt het af. Precies wat we nu nog nodig hadden. We kuieren nog wat rond in de straten van Le Touquet (met masker), gaan nog eens de zee groeten en stappen terug naar onze auto. Deze stop in Picardië was een mooie kers op onze B-taart. De auto geeft aan dat we 3400 kilometer gereden hebben. Nog even een Franse playlist opzetten voor de terugreis. Het is mooi geweest. Drie weken maximaal buiten vertoeven, maximaal in onze eigen bubbel leven en ondertussen ons buurland wat beter leren kennen. Precies wat we voor ogen hadden. De komende twee weken worden nog heel bijzonder en intens. Ik zal proberen om het hogere doel voor ogen te houden: ons dochter de “time of her life” gunnen aan de andere kant van de wereld (schrijf ik met een klein hartje).
Comments