top of page
  • Foto van schrijverInge Dubois

Mijn kameel en ik, het was een match.


Woensdag 23 februari 2022


Tamelijk goed geslapen in onze tent al waren de matrassen (futons) niet van de beste kwaliteit. Rond 8u staan we op en maken ons klaar. Het sanitair gebouw heeft hier meer dan je zou verwachten in een woestijn: warm water en zelfs shampoo, conditioner en wasgel ter beschikking. Op zich fijn want goedkoop is het hier niet echt. Nergens in Israel trouwens. Dit land is duurder dan België op veel vlakken. Tel Aviv blijkt trouwens de duurste stad ter wereld te zijn!

Rond 9u gaan we ontbijten: ik verken de typische lokale dingen. Een Israëlisch ontbijt bestaat vaak uit een gerecht met ei (soms ook shakshuka), broodsoorten met dips (hummus, labneh, …), dipgroenten maar ook honing en confituur. We drinken er een sapje en een Turkse koffie bij.

Om 11u hebben we onze kamelentocht gereserveerd. We checken uit en groeten onze giechelende vrienden. Dit was een heel mooie ervaring. De bedoeïenen van de kamelen bevinden zich aan de rand van het dorp voorbij een bedrijvenzone waar de woestijn terug start. We vinden de plek maar zien enkel kamelen en een westerse vrouw op een bankje. We vermoeden dat ze nog op tour zijn met anderen. We geraken aan de praat met de vrouw die uit Manhattan, NYC, afkomstig blijkt te zijn. Haar zoon woont al een aantal jaren hier en ze heeft hem twee jaar niet kunnen bezoeken door covid. Gesprekken aanknopen in Israël begint altijd heel aarzelend omdat je niet weet wat de overtuigingen zijn van degene die je voor je hebt. De Amerikaanse blijkt Joods te zijn maar heel erg seculier en met een -voor ons- juiste blik op veel zaken. Het is een boeiend gesprek. Op het moment dat haar zoon met een vriend en de Bedouin aankomt gereden op de kamelen, zien we dat de zoon gehandicapt is (heel klein en ook mentaal beperkt). Onze shekel (lokale munt) valt : die rijke Amerikaanse heeft haar zoon hier “ondergebracht”, vermoedelijk voor veel geld. Een organisatie zorgt nu voor hem (ze sprak over “zijn synagoge”) en zij bezoekt hem af en toe eens maar wil hier verder liefst niet teveel zijn. Het kan bijna niet anders of dit is het verhaal.

We drinken z’n allen nog met een theetje bij de Bedouin en dan vertrekken zij. Wij krijgen twee kamelen aangeboden: Nico en Jeroen gaan samen op één, ik ga alleen op een andere. Voor ons de eerste keer dat we op een kameel zitten: hoe leuk is dat! Je zit best hoog en gaat aan een gezapig tempo door de woestijn. Hier is geen tijd, hier moet je niet denken. Hier is enkel het nu, je hart en de woestijn, dixit de Bedouin en ik voel dat hij gelijk heeft. We wandelen tot aan de rand van de kloof waar we een fenomenaal

uitzicht hebben over het landschap vanop onze kameel. Een beetje verderop laat hij mij afstappen en maakt hij van een plant een armband, de charmeur. Ik speel het spel mee en ga met plezier met hem op de foto. Voor aanvang van de wandeling had hij mij nog een keffiyeh, zo’n typische bedouinen sjaal, aangedaan waardoor ik er precies echt uitzag. Dit was overigens geen luxe want op het middaguur was de zon hier best fel. Nico en Jeroen waren allebei een beetje verbrand. We drinken nog een theetje en vertrekken nog eens richting Mitzpe Ramon. Jeroen weet nog een mooi uitzicht vanwaar je de grootsheid van de kloof goed kan zien. Best wel spectaculair! Vegan Express, het restaurant waar we gisteravond wilden gaan eten, blijkt deze middag wèl open te zijn. Tot nog toe hebben we ‘s middags vaak louter een kleine hap gegeten maar nu maken we toch even een uitzondering. We bestellen allerlei interessante groente hapjes op basis van aubergine, verschillende champignons, tofu, … allemaal op andere manieren klaargemaakt. Er hangt een relaxte alternatieve sfeer in het restaurant. Trouwens, net als op heel veel plaatsen in Israël staan ook hier weer heel veel en heel mooie planten in het interieur. In het dorp van Mitzpe Ramon hadden we nog een aanwijzing gezien naar een Alpaka-boerderij maar deze bleek gesloten op dinsdag. Ach, we hebben al kamelen

gehad vandaag. We rijden terug richting Jeruzalem. Jeroen heeft het plan opgevat om in Hebron te proberen om de enige Palestijnse fabriek waar ze nog keffiyeh maken te bezoeken maar de kans dat dat lukt is klein. Hij was er zelf eens vanuit zijn functie op uitnodiging. Bovendien zal het mogelijks al gesloten zijn als we in Hebron aankomen. We zien wel. Let’s give it a try. Sowieso krijgen we dan eens een impressie van Hebron, misschien wel de meest extreme stad in het conflict tussen Israël en de Palestijnen. Wanneer we de A-zone (verboden voor Israeli’s want “gevaarlijk”) binnenrijden ondervinden we aan den lijve wat hier ook zo vaak het geval is: navigatiesystemen zoals Waze of Google Maps zijn verstoord. Dat is niet toevallig. We worden letterlijk van het kastje naar de muur gestuurd. De straten van de voorsteden van Hebron zijn gevuld met mensen die iets aan de man proberen te brengen. Overal heerst drukte. We manoeuvreren er ons met de auto door. Wat een gekkenwerk is dit. Jeroen is het gelukkig gewoon om in het Midden-Oosten met de auto te rijden. We ondernemen drie pogingen om de fabriek die midden in de stad ligt te vinden, maar geven het dan op. Het is inmiddels al na 18u dus zullen ze sowieso niet meer open zijn. Jeroen wil ons nog de oude stad met de graftombe van Abraham tonen. Iets waar hij zelf ook nog nooit in geweest is want echt militaire Israëlische zone. Wanneer we op zo’n 150 meter van het imposante vierkante gebouw genaderd zijn, komt er een militair voertuig met zijn koplampen in onze richting gereden. We worden letterlijk verblind. Ok, het is duidelijk dat hij wil aangeven dat we hier niet horen te zijn. Wees maar zeker dat ze ondertussen al eens de nummerplaat van Jeroen gescand hebben. We provoceren niet verder en

rijden de andere kant op waar we vanop de heuvel, door de hekkens alsnog een glimp proberen op te vangen van de tombe en de omgeving. Ooit was hier een bruisende stad, al van in de Oudheid want Hebron is één van de oudste steden ter wereld. Nu is het doodgemaakt door een onmogelijk conflict.

We verlaten Hebron en rijden terug naar huis. Een douche en nog wat brood met beleg zal ons deugd doen. Om te klinken op onze dag opent Jeroen nog een fles Palestijnse wijn, Philokalia die niet alleen heerlijk smaakt maar ook nog eens een fantastisch verhaal met zich meedraagt: de wijnboer was een stuk van zijn land kwijt door de aanleg van een Israëlische autosnelweg. Hierdoor was zijn resterende land in twee stukken waarvan er één deel aan de overkant van de autosnelweg lag en door hem opgegeven was. Hij had alle wijnranken afgezaagd om het hout te gebruiken en had het land laten verwilderen. Na een paar jaren zijn hier terug wijnranken ontstaan die de meest heerlijke druiven produceren. Hij is er dan toch maar opnieuw wijn van gaan maken en brengt deze nu in kleine oplagen van zo’n 1500 flessen op de markt. Resultaat: in de Emiraten wordt deze wijn verkocht voor 300 dollar per fles. Wij tippen Christophe Annicaert. Wie weet slaagt hij erin om flessen te importeren naar België. Jeroen laat alvast aan de wijnproducent weten dat er interesse is vanuit België. Wordt misschien wel vervolgd.



3 weergaven0 opmerkingen
bottom of page