top of page
  • Foto van schrijverInge Dubois

En toen vroeg ze hem wanneer hij laatst gedoucht had ...


zondag 12 juni 2022


Heerlijk geslapen. Ik word wakker en kijk recht in Fé haar ogen die met haar lippen, zonder woorden, “happy birthday” zegt. Geluk behoeft niet veel. Als ik me omdraai is daar Nico die mij een zoen geeft. Warmte overal.

De Cypriotische Antonia roept mij van aan de overkant vanop haar berg een gelukkige verjaardag toe. Ach, ze bedoelt het niet slecht. Ik glimlach. Hassan en zijn neef maken een ontbijtje voor ons klaar. Ik absorbeer de laatste uren Wadi Rum. Wat een intense tweedaagse was dit. Onvergetelijk, dat is duidelijk. Wanneer we na het ontbijt nog wat praten met Hassan en zijn neef, zijn de vragen van Antonia soms écht ongepast maar helemaal erg wordt het wanneer ze hem vraagt wanneer hij voor het laatst gedoucht heeft. Euh …? Pardon? Denkt ze nu écht dat hij in maanden of jaren niet zou gewassen zijn? Serieus? De man heeft diepe groeven in zijn bruingeblakerde huid maar is uitermate netjes op zichzelf. Wij hadden gisteren nog met hem gelachen dat we alle vier morgen een flinke douche zouden nemen na onze tweedaagse. Hij zou er zelfs twee nemen lachte hij. En dan krijg je nu zo’n vraag. Jongens toch. Maar zijn reactie erop is geweldig: hij gaat helemaal mee in haar verhaal zonder haar écht belachelijk te maken. Meesterlijk gewoon. In de auto op de terugweg naar Wadi Rum village praten wij er onder elkaar nog over. Wanneer Hassan dan bij het afscheid nemen van ons zegt dat wij zo’n “very nice family” zijn en dat hij het bijzonder aangenaam vond met ons, vroeg hij ons of wij het gehoord hadden wat zij vroeg over dat douchen. Wij bevestigen en hij antwoord: that’s working with tourists, you have all kind of people but I have a big heart. Wat een man! We geven hem een mooie fooi waar hij heel dankbaar voor is. Hij had gisteren al gezegd dat Fé nog maar eens moest terugkeren na haar studies om samen met hem te klimmen en in zijn gezin te verblijven om Arabisch te leren (wat hij ook écht meent want hij heeft al eens zo’n studente gehad). Bij het afscheid zegt hij haar dat ze zo’n rugzak met een waterzak zoals wij die mee hebben, mag meebrengen de volgende keer dat ze komt. Wij hadden zijn interesse in de rugzak al opgemerkt en al eventjes gedacht om de onze cadeau te geven maar wisten niet of we hem hiermee écht plezier zouden doen. Bovendien doen wij nog een grote wandeltocht in Dana National Park volgende week. Maar door zijn expliciete vraag (waarvoor ik hem écht bewonder dat hij dat doet), aarzelen we geen moment en geven we hem de rugzak cadeau. We gaan de trekking wel doen met onze andere rugzak en flessen water. Deze man is zoooo blij met deze rugzak die perfect is voor hem om te klimmen. Hij wil in return wel dat Fé nog meekomt naar de “women’s cooperation” waar zijn vrouw werkt om een juweeltje uit te kiezen. Ze vindt er een prachtige armband. Eentje om te koesteren met dank aan Hassan. We hebben alle vier een krop in de keel bij het afscheid.

Wij zetten onze reis verder richting Aqaba. Het is onwaarschijnlijk dat je op een uurtje rijden van Wadi Rum aan een badplaats bij de Rode Zee bent. De weg ernaar toe is niet bijzonder idyllisch. We kruisen veel vrachtwagens. Aqaba heeft dan ook een grote haven waar containerschepen (en cruises) aanmeren. Het is van groot belang voor Jordanië. Er is hier ook een taxfree beleid wat het voordelig maakt om hier onze dadels en kruiden die we willen meenemen naar huis, aan te kopen.

Onderweg voelen we de temperatuur stijgen. Petra was warm, Wadi Rum nog warmer maar dit lijkt écht heel erg warm. Aangekomen in ons hotel lijkt het écht alsof je in de droogkast zit: hete wind en een temperatuur van zon 47 graden. Tja, op de dag dat je 47 wordt moet dat kunnen … help! Dit is écht heet. Gelukkig heeft onze kamer airco en ons hotel een zwembad met zicht op de Rode Zee, weliswaar in de verte. We bevinden ons iets buiten Aqaba, op de plaats waar je kan gaan duiken. Alle hotels hier in de buurt zijn dan ook gericht op duikers. Vandaag is het Fé haar beurt om zich niet zo goed te voelen: hoofdpijn, geen energie, maag- én spierpijn en ook terug last van haar conjuncitivitis (een virale infectie op de ogen nadat ze een verkoudheid heeft gehad, vorig jaar op reis precies hetzelfde gehad). Gelukkig zijn er in Aqaba veel apotheken. Bij één van hen vinden we een jonge apothekeres die perfect Engels praat en ons goed helpt met de nodige medicatie.

Nadat we wat uitgerust zijn op de kamer, wagen we ons toch eens richting strand. Het zeewater lonkt. Hoewel we een parasol hebben en op die manier een beetje schaduw, blijft het onnoemelijk heet en is de enige plek waar je goed kan vertoeven de zee. De andere plek waar het momenteel aangenaam is, naast onze hotelkamer, is de auto met airco. We rijden richting Aqaba centrum en gaan een ijsje eten in het Mövenpick hotel (tip van Petra en Bruno). Op het mooie terras verwennen we onszelf met ijs, koffie en ijskoffie! Het is toch feest hé vandaag!

Rond 17u keren we terug naar ons hotel voor een zwemmetje en wat rusten. Eten doen we vanavond in stijl in de Royal Yachtclub of Aqaba, onderdeel van de Romero group die ook Sufra restaurant uitbaat in Amman. Het restaurant waar we zo genoten hebben van de sfeer en het eten. Echter deze keer valt het wat tegen. Nico en ik bestellen vis en deze is best nog lekker maar Fé wou na twee jaar Costa Rica nog eens een lekkere lasagne eten en dat was een heuse tegenvaller. Nochtans was dit een restaurant die zich profileert als specialist in de Italiaanse keuken.

Omdat Fé nog altijd last heeft van haar maag en ze na het eten opnieuw misselijk is, keren we terug naar ons hotel. Buiten is het nog altijd meer dan 36 graden. Het is 22 uur. Onwaarschijnlijk. Terwijl Fé al haar eten terug uitspuugt in het toilet en daarna in haar bed kruipt, lezen Nico en ik nog een beetje aan gaan dan ook slapen. Benieuwd of er iets van slapen in huis komt met deze hitte.


50 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page