De bakermat van ons alfabet: Byblos.
- Inge Dubois
- 5 jun 2020
- 6 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 8 jun 2020
We hebben al een beetje een ochtendritueel. Terwijl iedereen nog slaapt, sta ik op, drink mijn glas bloedappelsienensap dat Jeroen voor ons perst, en installeer mij in de zetel om de vorige dag te beschrijven. Het schrijven helpt mij om alles te ordenen in mijn hoofd en om te reflecteren over wat we allemaal hebben gehoord en gezien. Hier nog meer dan anders gezien Jeroen ons van zoveel informatie voorziet.
Vandaag trekken we naar de andere kant van Beiroet Bay: Byblos. De stad die al sinds 5000 voor Christus bewoond was en ondertussen de langst permanent bewoonde stad ter wereld is. Ooit was het een bloeiend centrum voor handel met de Egyptenaren. Op die manier zijn papyrus en de hiëroglyfen tot in de Westerse wereld gekomen. Algemeen wordt aangenomen dat het huidige systeem van ons alfabet waarbij er niet langer tekeningen gemaakt worden van hele woorden (zoals bij de Egyptenaren) maar waarbij een teken gelijk staan aan een klank, in Byblos tot bloei kwam. Vandaar onze woorden voor biblios (op de manier van Byblos) en bijbel enz.
Vandaag is Byblos een relatief kleine stad en is het zijn positie als centraal handelspunt kwijtgespeeld. Wat overblijft van het roemrijke verleden is een burcht van de kruisvaarders op een prachtige strategische locatie. De site rond de burcht is een beetje toeristisch. Iets wat je eigenlijk in de rest van Libanon (of wat we tot nog toe gezien hebben) veel minder ziet. Ze hebben hier zoveel troeven maar nemen niet de moeite om hun toerisme uit te bouwen. De vraag is waar ze wel de moeite voor nemen behalve voor hun eigen eetcultuur, mooie spullen en een mooi uiterlijk. Beetje negatief verwoord want het zijn best wel fijne mensen die Libanezen maar toch. Onderbenutting van potentieel is zo’n zonde. Maar als je de geschiedenis van het land wat begrijpt, kan je het plaatsen. Net zoals je de woede van de jonge generatie zeker ook kan begrijpen.
Vandaag is er blauwe lucht en stralende zon. Je kan perfect in een t-shirt rondwandelen. Iets wat we dan ook doen op de archeologische site van Byblos. De Korintische zuilen en brokstukken van oude tempels slingeren hier rond als ware het bouwafval. Maar wat een locatie. In de burcht is ook een klein museum waar de geschiedenis van Byblos uit de doeken wordt gedaan. Fé is geïntrigeerd door de Arabische letters en de link met het Grieks en onze eigen letters. Ik kan haar helemaal begrijpen maar sta ook versteld hoe snel zij dit aanleert. Ze is al in staat om bepaalde letters te herkennen. Deze ochtend heeft ze trouwens een t-shirt en een sweatshirt besteld in een online shop van een vriend van Jeroen. Hij verkoopt streetwear met grappige boodschappen of statements. Fé heeft gekozen voor het eerste artikel van de rechten van de mens (geschreven in het Arabisch) en voor een heel mooie kalligrafie over de revolutie in Libanon. Omdat we de portkosten naar België wilden vermijden, heeft Jeroen zijn vriend opgebeld om te horen of hij deze week nog kon leveren. Het resultaat was verbluffend: we mochten de bestelling via whatsapp doorsturen en hij zou deze vandaag nog printen en dan bij de conciërge van Jeroen afleveren. Quel service!
Na ons bezoek aan de historische site lunchen we in een restaurant vlakbij. Jeroen is er met eerdere gasten geweest en wij begrijpen nu waarom. Je krijgt er niet alleen heel lekker, typisch Libanees, eten maar het is ook nog eens interessant geserveerd: bbq aan tafel, het voedsel dat niet meer op tafel kan geschikt worden, wordt aan een katrol boven je tafel gehangen, Manoushe een soort Libanees brood mogen we zelf insmeren met Za’aatar (heerlijke kruiden) en olijfolie en dan op een hete halfronde plaat leggen zodat het opwarmt en zichzelf wat opblaast. We sluiten af met een Arabische koffie, heerlijk gebrand.
Na zoveel eten, is het tijd voor een wandelingetje. We nemen de kleine straatjes tot bij de oude haven. Deze ligt er nu wat vervallen bij met een paar oude vissersbootjes maar heeft wel nog altijd veel charme. We zijn hier niet de enige om de zon op te zoeken en van de geur en de weidsheid van de zee te genieten maar het valt toch ook hier weer op dat het aantal toeristen écht wel heel erg beperkt is. In een stad als Byblos had je een groot museum over letteren kunnen creëren of op z’n minst een paar mooie boekenwinkels maar niks hiervan. Het straatbeeld in Libanon wordt beheerst door banken (écht héél veel!), cosmeticazaken en uiteraard horeca. Jeroen vertelt ons dat men hier werkelijk voor alles kan lenen en dat dan ook doen. De meesten zitten tot over hun oren in de schuld. Als je op pensioen gaat krijg je per jaar dat je gewerkt hebt, het equivalent van een maandloon. Dus 40 jaar gewerkt is 40 maandlonen. That’s it. Bovendien moet je dit zelf gaan regelen met je verschillende werkgevers. Begin maar eens. En alsof dat nog niet genoeg is, bestaat er ook de mogelijkheid om dit salaris dat je eigenlijk voor je pensioen moet gebruiken, vervroegd op te nemen met als gevolg dat je bij je pensioen met lege handen staat. Ouders lenen voor de studies en de trouwfeesten van hun kinderen en hopen dan dat deze kinderen hun zullen onderhouden als ze oud zijn. Je kan dus maar beter een aantal kinderen hebben in zo’n systeem.
Op de pier van Byblos raken we aan de praat met het hoofd van de Lebanese American University, een heel interessante man die zelf nog een aantal maanden in Brugge gewoond heeft. Het grappige is dat hij ons verteld dat hij vorige week geluncht heeft met de Belgische ambassadeur en dat Jeroen achteraf van deze ambassadeur (zijn baas) gehoord had dat hij in een fantastische historische woning geweest was (van deze professor dus). De high-society van Libanon is blijkbaar een kleine wereld. De man doceert architectuur en kunsten en inviteert Fé al om bij hem te komen studeren. Wie weet. Het was in elk geval een fijne babbel. We stappen nog wat verder en komen bij een hotel dat nu leeg staat maar mogelijks in de zomer wel terug open zal gaan. Het is allemaal wat vergane glorie maar voor ons, ook doordat hier nauwelijks mensen zijn, erg fotogeniek. We klimmen ook nog even op de oude havenmuren voor alweer een mooi uitzicht op de Middellandse Zee. Omdat Joppe geïnteresseerd is in fossielen, passeren we nog langs één van de vele winkeltjes waar ze visfossielen verkopen. Blijkbaar is Byblos gerenommeerd voor dit soort fossielen als we de affiches in de winkels mogen geloven. Er zitten een aantal heel spectaculaire bij. Jeroen koopt een mooi exemplaar, met certificaat en houdertje voor zijn neefje. Wanneer hij voorstelt om met kaart te betalen smeken ze hem bijna om cash te geven. Het is écht opvallend hoe iedereen hier getroffen is door de bankencrisis en niemand nog vertrouwen heeft in de banken, ook gegoede mensen niet. Dit zal voor mij dé hefboom zijn van de revolutie in dit land.
Het is ruim 17u als we met de auto vanuit Byblos terug willen vertrekken. Willen maar niet kunnen want een man heeft ons blok gezet in onze parking. Bovendien blijkt Jeroen een parkeerboete te hebben omdat we onvoldoende lang geld in de betaalmeter gestoken hebben. Na wat claxonneren en wachten komt er een man doodleuk uit een restaurant en verplaatst zijn auto. Tja, Libanon.
Tijdens de heenrit wilden we eigenlijk nog een stop wilden maken bij de Basiliek van de Maronitische Christenen omdat je daar met een steile kabellift naar toe kan maar de lift bleek gesloten te zijn. Op onze terugweg rijden we met de auto naar boven. Het is ondertussen al donker wat ervoor zorgt dat we een prachtig beeld krijgen van de baai van Beiroet met links de hoofdstad en helemaal rechts Byblos. Daartussen is het één en al lichtjes en dus verstedelijkt gebied. De kerk zelf en vooral het gigantisch grote Mariabeeld (wilden ze Rio de Janeiro kopiëren?) ogen allemaal wat kitscherig en pronkerig, een beetje Disneyland zelfs daarboven maar voor het uitzicht alleen al loont het wel de moeite.
Rond half zeven zijn we terug in het appartement van Jeroen. Omdat we vandaag al uitgebreid gegeten hebben, heeft niemand nog echt honger. Jeroen stelt voor om knefe te gaan halen: een gerecht dat Libanezen eigenlijk als dessert eten maar wat voor ons nu voldoende is (meer dan!) als avondeten. Het is een soort smeltkaas bedekt met kruimeldeeg en kruiden. Zij doen er dan nog gezoet rozenwater bovenop maar daar passen wij voor. Op zich lekker maar ik verkies toch hun hartig eten (zoals overigens in de meeste buitenlandse keukens). We sluiten de dag af met boeiende gesprekken. Fé gaat op tijd naar bed. Ze wil al wat slaap opbouwen voor de komende dagen want zondag vertrekt ze een week met school naar Nederland.
Comments