top of page

Build bridges, not walls.

  • Foto van schrijver: Inge Dubois
    Inge Dubois
  • 5 jun 2020
  • 10 minuten om te lezen

Bijgewerkt op: 8 jun 2020




Vandaag hebben we een gevuld programma. Omdat de zusters ons gevraagd hadden om naar het einde van de week nog eens langs te komen om nog iets te komen ophalen om mee te nemen naar België, gaan we deze ochtend bij hen ontbijten. Gewoon langskomen was écht geen optie. Iets na half negen rijden we het terrein van de voormalige school op. Wat is het zonde dat hier geen les meer gegeven wordt: zo’n groot gebouw met sportterrein en speelplaats. Tot aan de burgeroorlog was dit een goede school en dus ook voor de Palestijnse vluchtelingenkinderen een bijzondere kans om naar school te kunnen gaan, gewoon aan de overkant van het kamp. Cecile wacht ons op bij de ingang. Na een hartelijke begroeting met elk van de drie zusters en nog een vierde, Libanese zuster die in Beiroet zelf woont en twee keer per week de oude mensen in het kamp komt verzorgen, schuiven we aan tafel. We krijgen manoushi met za’atar, een typisch Libanees ontbijt. De zusters snijden hier nog wat tomaat, komkommer en olijfjes bij en werken af met wat olijfolie. Een heerlijk ontbijt. Uiteraard met de obligate koffie. Afsluiten doen we met een soort broodsticks met de zelfgemaakte confituur van Cécile. We delen de verhalen over onze week en zoals elke keer opnieuw kom je in gesprekken over de onmogelijke politieke situatie. Tijdens het eten worden de zusters af en toe aan de deur gevraagd of gaan ze even weg om iets te regelen. Hun zorgopdracht is nooit af en houdt nooit op. Zoveel is duidelijk. Ze overhandigen ons elk een kaartje en hebben voor Fé een heel mooie tekst opgesteld die ze kan indienen op school als bewijs dat ze heeft meegeholpen in het kamp. Jeroen geeft haar het advies om dit zeker bij te houden om in haar portfolio te voegen voor later. Slim. We nemen afscheid van de zusters. Deze keer toch iets meer definitief al sluit ik niks uit voor de toekomst. Ze overhandigen ons het cadeau dat ze laten maken hebben voor de familie van Cécile en wat wij in onze handbagage met de nodige voorzichtigheid zullen transporteren naar België. Het is een prachtig werkje op een leisteen gemaakt door één van de vluchtelingen.

Om halftien vertrekken we uit Dbaye richting Zuiden. Vandaag willen we richting grens met Israël. Jeroen heeft toestemming van het Libanese leger om in deze no-go zone te komen. Idealiter geraken we tot bij de muur die de Israëli’s gebouwd hebben de Israëlisch-Libanese grens en waar we de besneeuwde bergtoppen van de Golanhoogten aan de grens met Syrië kunnen zien. We beseffen dat we vandaag heel flexibel zullen moeten zijn in onze plannen. De eerste stop is Saida, de derde grootste stad van Libanon. Hier vind je nog de meer traditionele souks: kleine steegjes, soms overdekt, soms niet, met handelaars met de meest diverse producten. We lopen er eens door, kijken rond en nemen foto’s. Vooral de heerlijke geuren vallen mij hier op. Kruiden zijn dan ook heel typerend in de keuken van het Midden-Oosten. We kopen een vers plantje za’atar in de hoop dat het ons lukt om het mee te nemen naar België en daar te laten groeien. Een beetje verscholen in de souks ligt een prachtig zeepmuseum van de familie Audi, een rijke bancaire familie hier in de streek. Ooit was dit een zeepfabriek. Er wordt uitgelegd hoe zeep gemaakt wordt (olie en soda) en we zien de technieken waarmee ze dit vroeger deden. Nu is het een fraai afgewerkt museum met een mooie shop. Ik koop er een paar zeepjes die gemaakt werden door lokale ambachtslui.

We rijden door naar Tyre, nog zo’n oude historische stad langs de Middellandse Zee. Ook hier terug heel veel archeologisch erfgoed, soms letterlijk tussen de hoogbouw en de kampen in. Surrealistisch soms. In Tyre (Tyrus) vind je onder meer overblijfselen van een necropolis (kerkhof) maar wat mij het meest zal bijblijven is de paardenrenbaan met tribunes uit de tijd van de Romeinen. Wanneer je daar zit, hoog boven het grasplein, kan je je zo verplaatsen in hoe het er 2000 jaar geleden moet aan toegegaan zijn. Brood en spelen. Na ons bezoek rijden we richting zeedijk. Hoewel hier amper toeristen zijn, hangt hier toch een vakantie sfeertje. We parkeren de auto, en passant zien we nog restanten van Griekse tempels met uitzicht op de Middellandse Zee (onwaarschijnlijk hoe dat hier zo nonchalant lijkt te liggen) en installeren we ons op het terras van een restaurant met zeezicht. Hè hè, heerlijk in de zon. Het wordt hier elke dag warmer. Vandaag zeker zo’n 25°. Het restaurant heeft blijkbaar nog maar net een make-over gehad want hier en daar zie je nog de kleefbandjes van de schilderwerken hangen. De eigenaar staat zijn personeel van dichtbij op de vingers te kijken en komt ons expliciet vragen of we echt tevreden zijn. En of we dit zijn: Libanees eten, een lekkere limonade met basilicum en we krijgen een gratis dessertje (kommetje pudding met veel rozenwater in verwerkt, hun favoriete dessertsmaak).

Na het middageten waar we zoals echte zuiderlingen pas rond 14u aan begonnen zijn, is het tijd om richting grens van Israël te rijden. Hiervoor moeten we een klein stukje terug want via de kust kan je voorbij Tyre niet verder want dan bots je op het kamp van de VN blauwhelmen. Jeroen vertelt ons dat dit kamp op het strand gelegen is tussen Israel en Libanon en dat het is opgetrokken uit allemaal kleine bungalows. Het lijkt wel een vakantiebestemming. Alleen is het bitter harde realiteit (al kan ik me wel inbeelden dat je als soldaat wel een voorkeur hebt voor deze strandlocatie).

In alle verdeeldheid die er binnen Libanon zelf is tussen de godsdiensten (die nu weliswaar onderling vreedzaam samen leven), is er één iets wat hen allen bindt en dat is de niet-erkenning van Israël als staat. Voor Libanon bestaat Israël niet en zijn ze in permanente staat van oorlog met hen. Dit is alleen maar versterkt door de verovering van de Golan-hoogte tijdens de zesdaagse oorlog in 1967 waarbij Israël een deel van Syrië veroverde en hiermee een strategisch belangrijke positie innam in het militaire conflict in het Midden-Oosten. In deze zone liggen ook een paar grote boerderijen die door Libanon als hun grondgebied beschouwd worden. De UN keurt de bezetting van de Golan door Israël af maar erkent tegelijkertijd ook de eis van Libanon voor die kleine zone op de Golanhoogte niet. Sindsdien is er een permanente “war-zone” waar je als toerist niet in mag komen tenzij je hiervoor toestemming van het leger en de blauwhelmen hebt. Jeroen vertelt ons dat er binnenkort een nieuw probleem de kop zal opsteken. Er is namelijk een gasbel in zee ontdekt, net op de grens tussen Israël en Libanon. Uiteraard worden de zee-grenzen nu betwist en zijn beide landen beginnen boren in dat deel van de gasbel dat in de grenszone ligt. Elk hebben ze een ander gasexploitatiebedrijf de opdracht gegeven om verkennende boringen op te starten.


Jeroen wil vandaag eens graag naar Beaufort: een burcht op een heel strategische locatie (heuveltop) die nog dateert uit de tijd van de kruisvaarders. Je kan het al van ver zien liggen maar zelf was hij er ook nog nooit echt bij geweest dus we proberen dit te doen. We rijden richting Arnoun en zijn op onze hoede voor checkpoints. Er heerst hier een opmerkelijke rust. De weg ernaartoe gaat langs talloze dorpen waar we overspoeld worden door de vele vlaggen van de verschillende godsdiensten. Ondertussen zijn we al iets meer vertrouwd met de geschiedenis en kunnen we dus per dorp al onderscheiden wat een sjiitisch dorp is, wat een soennitisch, waar de Christenen de overhand hebben etc. De vlaggen met martelaren en de Iraanse leider Souleymani zijn in nog grotere getale aanwezig dan in de Bekaa vallei. En toch is de armoede hier ogenschijnlijk iets minder dan daar. Ook de infrastructuur is beter. Jeroen vertelt ons dat dit te maken heeft met de Hezbollah: dit is hier écht hun grondgebied en ze investeren in wegen en infrastructuur om hun legitimiteit tegenover de bevolking te bevestigen. Hezbollah zit in Libanon ook in de regering want je hebt een politieke en een gewapende vleugel in deze partij. Ze zijn ook zo slim om in de regeringsverklaring te zetten dat het Libanese leger weliswaar de orde mag handhaven maar dat de bevolking zich ook mag organiseren in hun strijd tegen de vijand Israël (lees: Hezbollahstrijd is toegelaten).

Het moet gezegd: qua natuur en omgeving is deze streek de mooiste van Libanon: groene heuvels en hoogvlaktes, op de flanken meerdere mooie (soms pronkerige) huizen en ook de straten liggen er best proper bij. Ware het niet van je kennis en alle borden die je overal ziet, je zou niet door hebben dat je hier in militaire zone zit. We passeren af en toe een checkpoint maar de diplomatieke nummerplaat doet wonderen. Zelfs wanneer we de Litani-rivier oversteken en we wel heel dicht bij de grens komen, kijkt de militair eens extra goed naar de nummerplaat en laat ons door. Achteraf zullen we nog begrijpen dat hij daar eigenlijk te laks geweest is in de uitoefening van zijn job.

Vanop een grote afstand zien we het Beaufort staan: indrukwekkend. Zeker tegen het licht van de avondzon. Er zitten twee jongemannen op een plastic stoeltje bij de ingang. Meer dan dat we hadden verwacht blijkt de site toch in renovatie en is er zelfs een mooi bezoekerscentrum. Blijkbaar is er na de terugtrekking van Israël uit dit gebied in het jaar 2000 een onderzoek gestart naar de renovatie van de burcht en wordt deze nu gefinancierd door Koeweit. We zien foto’s over hoe het vroeger geweest is, krijgen de historische context mee en leren over de ontdekkingsreizigers die hier gepasseerd zijn. Straf dat hier zoveel effort gestopt wordt in een uitleg voor toeristen en er eigenlijk geen toeristen zijn. Hopelijk komen er snel andere tijden. Terug buiten klimmen en klauteren we op de trappen en doorsteken van de burcht en vergapen we ons vooral aan de machtige vergezichten. Ik spot een kleine regenboog. Toch een beetje hoop aan het firmament. Jeroen toont ons waar de Golanhoogte ligt en we zien zelfs de muur die Israël aan het bouwen is op de grens met Libanon. Alles lijkt zo ‘peis en vree’ maar in de verte horen we toch geweerschoten (al zullen dat vermoedelijk gewoon oefeningen zijn). We nemen nog een fotootje van Jeroen zijn hippe C3 op de top van de heuvel bij de ondergaande zon en beslissen om toch nog wat dichter naar de grens te rijden. Het is wat zoeken met de gps want we krijgen regelmatig wegen die noch bij Waze noch bij Google Maps bekend zijn maar uiteindelijk lukt het ons toch om het grensdorp Kfar Kila te bereiken. We parkeren onze auto voor een Hezbollah winkel waar je gewoon alle materiaal kan kopen om “strijder” te zijn. We stappen uit. Hier hangt toch wel een heel bevreemdende sfeer. Het is bovendien heel erg donker want door het gebrek aan elektriciteit is hier (en nergens in Libanon) straatverlichting. We wandelen tot aan de muur maar gelukkig is er Jeroen die ons erop wijst dat we deze zeker niet mogen aanraken want de grens ligt een paar tientallen centimeters voor de muur en wordt met allerlei camera’s bewaakt. We nemen foto’s in het donker van de vele boodschappen en graffiti op de muur. De gelijkenis met de muur in Berlijn is treffend. Ik word zowaar melancholisch als je naar boven kijkt: een heldere sterrenhemel die zich niks aantrekt van een muur, een sikkelmaan en vlak daarnaast een heel fel schijnende planeet Venus …

Op het rondpunt vlakbij hebben ze in miniatuur de Al Aqsa moskee gebouwd. Dit is de grote moskee in het centrum van de oude stad van Jeruzalem. Plots zien we in het donker een soldaat opduiken die ons aan het observeren is. Jeroen beslist om tot bij hem te stappen en te vragen of we foto’s mogen nemen van de muur. Hij begrijpt geen woord Engels en roept via zijn walkietalkie naar een collega. Hij stuurt ons een beetje verder door in de straat waar we bij een kleine kazerne komen waar een paar man de wacht houdt. Jeroen probeert uit te leggen wat we willen doen en waarom we daar zijn maar het Engels van die mannen is zo beperkt dat het amper lukt. Jeroen toont de toelatings mail die hij gekregen had van kolonel Hakme maar dit lijkt niet voldoende. Ze vragen onze paspoorten. Die van ons liggen in de auto maar gelukkig heb ik de foto’s altijd bij op mijn gsm. We moeten alles tonen. Even lijkt het erop dat er wat problemen zullen ontstaan omdat ze een nummer van ons verwachten dat we niet gekregen hebben. Blijkbaar had de man aan de gate van de Litani-rivier ons dat moeten geven maar met handen en voeten legt Jeroen uit dat we dit niet hebben. Plots slaat heel de sfeer om en beginnen ze te lachen, één geeft zelf een knuffel aan Jeroen, we krijgen allemaal een hand en we mogen vertrekken. Ach, ze waren zich mogelijks wat aan het vervelen en bovendien wilden ze ook wel begrijpen hoe wij daar konden geraakt zijn zonder zo’n nummer maar an sich was voor ons geen probleem. We kunnen terug vertrekken. Op weg naar de auto hebben we de grootste schrik van de dag wanneer een aantal katten plots uit een afvalcontainer vlakbij ons springen … we kunnen erom lachen.

Terug in de auto installeren we ons voor een rit van zo’n 100 km richting Beiroet. Blij met het comfort van de auto en Jeroen als chauffeur want rijden in Libanon vraagt toch veel concentratie. Terug in het centrum van Libanon navigeert Jeroen zijn auto naar een hippe uitgangsbuurt waar hij nog een leuk restaurant weet Enab: een statig herenhuis met diverse kamers waar overal mensen zitten te eten, te roken (arguile, waterpijp) en uiteraard heerlijke te eten. Parkeren in Beiroet is een onmogelijke opdracht maar daar heeft een bedrijf een oplossing voor gevonden: je kan stoppen met je wagen voor de deur van het restaurant, een man in uniform komt onmiddellijk tot bij je auto, je geeft je sleutels af, krijgt een bonnetje en je kan binnenstappen. Hij zoekt een parkeerplaats voor je auto. Na afloop ga je met je bonnetje tot bij een kiosk en halen ze je auto terug. Een heel vreemd systeem, gebaseerd op vertrouwen. Op zich handig al heeft het ook een maffioos kantje want die Vallet parking boys zoals ze genoemd worden, claimen ook parkeerplaatsen door ze gewoon af te zetten met touwen. Enfin, voor zo’n 4 dollar zijn we op ons gemak en wordt de auto geparkeerd zonder dat wij ons moeten frustreren omdat we geen plaats vinden. Het is al na elven als we terug thuis zijn. Fé is moe, wij ook maar in minder dan een uurtje is het Jeroen zijn 41e verjaardag. Nico en ik blijven op om samen met Jeroen nog een afsluitend biertje te drinken en hem om middernacht te feliciteren met zijn verjaardag. Heel dankbaar om de unieke reis die we al samen mogen maken hebben. Gefeliciteerd Jeroen!


Comments


© 2023 by NOMAD ON THE ROAD. Proudly created with Wix.com

bottom of page