Van Nikko(n) naar Fu(n)ji
- Inge Dubois
- 22 aug 2018
- 5 minuten om te lezen
De hemel is staalblauw en de zon schijnt. Wat een perfecte dag om naar Mount Fuji te gaan. Ik heb menig reisverslag gelezen waar mensen terugkeren van Japan en de “heilige” berg nooit gezien hebben omdat ze meestal in de wolken zit. De kans dat het ons vandaag wel zal lukken zit er dik in. We hebben goed geslapen op de parking. Omdat we gisteren niet ge-onst hebben en het toch best warm was deze nacht willen Fé en ik ons wassen. We gaan naar het gehandicaptentoilet waar we ons in een semi-badkamer van kop tot teen verfrissen. Op zo’n momenten ben je blij met die Japanse toiletten. We zijn nog maar net op de snelweg of Fuji San toont zich al in zijn volle glorie. Prachtig. Ik begrijp waarom Japanners deze berg adoreren: ze heeft een perfect conische vorm en torent hoog boven de andere uit. Ook de ligging is prachtig. Aan de voet van de berg liggen vijf grote meren, ten Noorden ligt Tokio en Oosten ligt de Stille oceaan. Puur toevallig zien we op onze weg richting Hakone bordjes voor de “Skywalk”: een nieuwe hangbrug van 400 meter die ze gebouwd hebben omdat je van daaruit blijkbaar het beste zicht op de berg zou hebben. Nico had er al over gelezen toen we nog thuis waren. Het ziet er best leuk uit dus we stoppen. Dit is opnieuw Japan ten top: Disney-achtige muziek weerklinkt door de luidsprekers, overal heb je winkeltjes en er zijn uiteraard high-end toiletten. Het lijkt echt op een pretpark. We kopen een ticket voor de brug en maken leuke foto’s met “de berg” op de achtergrond. Nico met zijn Nikkon, Koen zweert bij zijn Fuji (en wordt dan ook Foenji genoemd). Je moet gewoon helemaal mee gaan in de sfeer die ze hier proberen te creëren. Wij zouden dit zelf allemaal zoveel eenvoudiger en puurder houden maar dat is niet hoe Japanners het willen. Terwijl de kinderen zich verkoelen aan de plastic zonnebloemen waaruit nevel gespoten wordt ter afkoeling, vergapen wij ons aan een Japanse vrouw die een gigantische crushed-ice zit uit te lepelen. Those funny Japanese! Omdat je continu tussen Aziaten zit, leer je ook meer en meer het verschil zien tussen hen. Japanners herkenen is eigenlijk heel eenvoudig: kijk gewoon naar hun kledij. Het merendeel is altijd heel stylish gekleed. Ze besteden ontzettend veel aandacht aan hun uiterlijk en hippe kledij. Het verschil met Chinezen bijvoorbeeld is gigantisch. Heel soms gaan ze uit de bocht in hun zoektocht naar “hipness” (zoals de dame deze ochtend op de parking die een burberry’s geruite broek aan had met daarop een t-shirt met cookie monster) maar over het algemeen, kan ik hun smaak alleen maar bewonderen. We willen vandaag graag nog de borrelende dampen en geisers van Owakudani zien maar voor we dit doen, doen we nog een “seventje”. Omdat het bloedheet is en er geen plaats is om te zitten binnen in de supermarkt, eten we elk in onze camper. Iets wat we deze vakantie nog niet veel gedaan hebben. In de seven heb je werkelijk alles, ook toeristen-informatie. We vinden een interessante folder met daytrips uit Tokio. Het komt erop neer dat je drie verschillende regio’s kan bezoeken als je een dagje uit Tokio weg wil: Hakone (waar we nu zijn), Nikko (waar we gestart zijn met de camper) en Kamakura (waar onze huisruil was). De locatie van de huisruil was dus excellent en dat is puur geluk want er was maar één gezin in heel Japan die op de huisruilsite stond (en dat dus ook met ons wou ruilen).
We rijden helemaal tot aan de top van de Hakone Mountain tot aan Gora Station. Dit is het hoogste punt. Hier zie je de dampen uit de aarde komen en ruik je –vooral op de weg ernaar toe- ook de zwavel. Deze site is in geen honderd jaar te vergelijken met Myvatn in Ijsland. Daar waar dit in Ijsland ook één van de toeristische topattracties is, zijn zij erin geslaagd om het puur te houden en kan je er gewoon tussen wandelen. Japanners vinden dit niet belangrijk en aanschouwen de site liever vanop een afstandje. Ook zij recuperen de energie die vrijkomt uit de kracht van de aarde maar doen geen enkele moeite om dit aan het oog van de bezoekers te onttrekken. Deze bezoekers vinden het kopen van zwarte eieren die zogezegd gekookt werden in de zwavelbaden (iets wat wij in Ijsland gewoon zelf gedaan hebben met een ei uit de supermarkt in een dampend meer) veel interessanter. Hiervoor staan ze graag in de rij. Funny Japanese. Wat voor hen ook een echt hoogtepunt is, is om met hun poedel (heel duidelijk de geliefkoosde hond hier) te poseren voor het welkomstbord op de berg. De poedel moet dan uiteraard uitgedost zijn, bij voorkeur in een kostuum dat past bij dat van zijn baasje.
Het mooiste wat we hier in deze omgeving gezien hebben is Mount Fuji en het meer, Lake Ashi: prachtig blauw water. Dit laatste willen we graag nog eens van dichtbij bekijken dus rijden we terug de berg af. Op het meer treffen we terug de pedalo’s met zwaantjes en … het kan nog erger … een soort piratenboot die enthousiaste Japanners meeneemt voor een tochtje. Wij zijn al lang blij dat we onze gekochte citroen-mandarijnen (verrassend lekker) kunnen opeten vanop de kade met onze voeten in het water. Zwemmen lijkt geen optie. Niemand doet dat hier. Nico en Koen vullen het koelwater van onze auto bij want er brandde een oranje lichtje dat aangaf dat hier een probleem kon ontstaan. Eerst hadden ze al geprobeerd met het maximaal opzetten van de chauffage waardoor Fé en ik even in de camper van SKKW zijn gaan zitten en Nico het uitgezweet heeft. Uiteindelijk gaat het lampje uit en lijkt de motor afgekoeld. Hopelijk is het hiermee opgelost. We maken nog even een wandeling door een stukje cederbos, kopen nog wat biertjes in de supermarkt en rijden dan zo’n 25 minuten terug de bergen in naar de onsen waar we onze vakantie in schoonheid samen willen afsluiten. De regio rond Hakone staat ook bekend om zijn thermale baden. We vinden een ons die prachtig in de natuur ligt. Voor 20 euro per persoon kunnen wij hier onbeperkt baden, sauna, jacuzzi etc én heel lekker eten (gegrillde sardienen). We nemen deel aan een opgietsessie in de sauna en moeten vaststellen dat de Japanners heel erg goed tegen de hitte kunnen. Man, wat was het warm (ook al zijn we dit toch ook wel gewoon om doen in België). Het is echt een heerlijke avond. Vlakbij de onsen vinden we een parking tussen de bomen. Deze is van een soort Adventure Park maar dit gaat pas om morgenvroeg om 9u open. Tegen dan zullen we er al terug weg zijn. We parkeren de campers zo dat we tussen de twee kunnen gaan zitten met onze stoeltjes. De gitaar kan Koen niet meer uithalen want Witse gaat slapen maar met een blikje bier en een zak chips maken we een balans op van deze vakantie. Deze verschilt niet met wat ik hierboven al genoteerd heb. Waar we het met z’n allen bovendien ook over eens zijn is dat we volgend jaar heel graag terug samen op stap willen en dat we de komende twee jaar niet terug naar Azië komen. Momenteel staan onze neuzen richting Argentinië gericht. Terug in België kunnen we beginnen met “onderzoeken”. Voor SKKW eindigt de vakantie morgenavond op Narita Airport. Wij drie mogen nog tot maandag met de camper rondtrekken en gaan dan nog een aantal dagen naar Tokio. Het zal wennen zijn zonder onze vrienden.
Comments