Het is niet allemaal goud wat "zingt"
- Inge Dubois
- 19 aug 2018
- 6 minuten om te lezen
Het was zowaar “koel” deze nacht. Het is onverduidelijk zo dat het hier ’s nacht beter afkoelt als we weinig wolken te zien krijgen overdag. Als de wekker afloopt ben ik nog vast aan het slapen. Een mens moet wat over hebben om foto’s te maken van het bamboebos zonder honderden toeristen erop. We maken een potje yoghurt met muesli en wat ananas uit blik, verplaatsen de auto en gaan dan te voet richting bos. We waren al op voorhand wat gewaarschuwd dat dit een beetje tourist-trap was en kunnen dit alleen maar bevestigen. Dit is gewoon een straat (waar er zelfs taxi’s doorrijden) met links en rechts metershoge bamboe. Oh wat zijn wij blij dat we in Kamakura een bamboetempel bezocht hebben. Deze was zoveel mooier. Geen nood. In onze reisvoorbereidingen hebben we ook gelezen dat je op het einde van het bos vooral de tuin bij de villa Okochi Sanso moet bezoeken. Vermits deze pas om 9u opengaat en het nu nog maar halfacht is, maken we eerst nog een wandeling tot bij de rivier. Prachtige omgeving is dit hier: turkooisblauw water, volledig groene bergen en in de verte een tempelhuis met felgekleurde vlaggetjes. Het valt mij op hoe groen Japan is. De bomen zijn er heel divers en anders dan bij ons. Vaak zie je ook dat ze de takken van oude bomen ondersteunen. Ze willen nooit takken afhakken omdat dit niet strookt met hun shinto geloof. Fé, Witse, Koen en ik gaan even op een grote kei zitten en laten de kleine visjes met onze voeten spelen. Iets voor 9u staan we aan de poort van de villa. Deze behoorde tot eind de jaren zestig toe aan een beroemde Japanse acteur Okochi Denjiro uit de tijd van de stille film. Hij heeft jaren aan het huis en de tuin gewerkt. Het is echt een staaltje van pure Feng Shui. Ik vind het er heerlijk. Vanop diverse punten in de tuin heb je zicht op Kioto en de omiggende bergen. Deze stad is volledig omsloten door bergen. We krijgen nog groene thee aangeboden in een kommetje. Terug beneden bij de brug vullen de straten zich in een snel tempo met toeristen. Vroeg opstaan heeft hier zeker zijn meerwaarde. We zien ninja’s een soort riksjah’s voortrekken waar dan twee toeristen in zitten. Mijn eerste reactie is er één van medelijden met die jongens maar als je ze dan wat beter observeert, zie je dat het één voor één heel atletische mannen zijn die hun eigen lichaam adoreren. Hun werk is hun fitness. Aan de overkant van de brug die de ene kant van de rivier via een eiland verbindt met de anderen kant, is een “monkeypark”. Als intermezzo en entertainment voor de kinderen, lijkt ons dit wel leuk. Bovendien zijn zo’n dingen in Japan allemaal erg democratisch (4,5 euro entree). De zon staat ondertussen bijna bovenaan de hemel die ook vandaag opnieuw felblauw kleurt. We kopen een flesje water (ooh wat gaan we de vending machines missen in België, deze zijn zo handig!) en beginnen aan de klim van 30 minuten naar het bovenste plateau waar we de makake apen kunnen bewonderen. Het zicht op Kioto is hier zowaar nog mooier dan vanuit de tuin. Wij en de kinderen amuseren ons met de kleine en grote apen. Je mag ze vanuit een soort chalet voederen maar het grappige (en goede) is dat de mensen achter tralies zitten en de dieren buiten zijn. De gelijkenis met de mens is ook nu weer confronterend. Het is ondertussen al bijna 13u dus tijd voor lunch. In een klein restaurantje is er plaats voor ons zeven. Ook hier weer, eerst bestellen en betalen aan de machine en dan aan een tafeltje wachten op je eten. Het tentje wordt gerund door twee dames op leeftijd die nog altijd prima de zaken geregeld krijgen. Leuk om zien. Het eten is ook lekker. Terug een plateau met diverse kommetjes: sobanoedels, gepekelde groenten, miso-soep enz. Ik hou ontzettend van deze keuken. Daar waar we gisterenavond door de lege straten van Arashiyama konden dwalen, zijn deze nu gevuld met tientallen toeristen en poppen er overal kraampjes op. Blij dat we hier gisterenavond al geweest zijn. Het is al bijna halfvier als we terug bij onze auto zijn. Op de “wishlist voor Japan” van Fé en Kato (en bij uitbreiding ook die van ons) stond de wens om hier eens karaoke te doen. Allebei zoeken ze ijverig online naar een leuke plek hiervoor. Omdat dit onze laatste dag in Kioto is en we hierna misschien minder kans zullen hebben op karaoketenten, beslissen we om dit nu te doen. Wat moet een mens anders op zondagnamiddag in de culturele hoofdstad van Japan?? De meisjes aan de kassa spreken –uiteraard- geen woord Engels. We proberen uit te leggen wat we willen en krijgen uiteindelijk één van de twintig “cabines” toegewezen waarin we met ons zevenen kunnen gaan zitten. Er staat een computer en een groot scherm. We krijgen allemaal een glas en mogen drankjes nemen zoveel we willen. The Red Hot Chilli Peppers, Abba, Europe, Billy Joel en Adèle passeren de revue en uiteraard brullen we mee met “Big in Japan” van Alphaville en halen we onze dansmoves uit met “kung fu fighting”. Laat het er mij op houden dat er anderen in ons gezelschap zijn die beter kunnen zingen dan ik maar ik vind het gewoon wel heel leuk om te doen. Kato en Fé hebben een prima stem, Witse maakt indruk met zijn kennis van The RHCP en Koen zijn muzikaal talent trekt scheve zangsituaties meer dan eens recht. Volgens Witse zing ik nog slechter dan Sophie omdat ik doorzing. Ik kan me er iets bij voorstellen … Anderhalf uur later staan we met een gigantische smile op ons gezicht terug op de parking. Er staat nog een belangrijke toeristische attractie op ons menu voor vandaag: The Golden Temple van Kioto: Kinkaku-ji. Eén van de belangrijkste van Japan. Ons enthousiasme door de karaoke heeft ons echter genekt. De tempel sluit om 17u, wij komen net iets voordien aan. Ach, een mens moet zijn prio’s kennen in Japan. Niks aan te doen. Na twee nachten in hostels en dus géén onsen, willen we allemaal erg graag terug naar de onsen. In de buurt van Inari (waar we morgen de tempel en de talloze tori’s willen bezoeken) vinden we een grote onsen. Het is zondag en dat merk je: veel Japanners sluiten hun weekend af met een bezoekje aan deze baden. Net als wij. Ik geniet zo hard van dit badritueel. Fé en ik zijn al aan het fantaseren hoe we thuis al zittend voor een spiegeltje ons zouden kunnen wassen. Ook Witse is nu volledig fan. In het begin van de vakantie had hij wat reserves om met Nico en Koen in die onsen te gaan maar ondertussen is hij een trekker geworden. Grappig. De jongens komen terug met een verhaal dat ze in een bad gezeten hebben waar ze electrische shocks kregen. Zou dat de bedoeling geweest zijn? Van onsen krijg je honger. Net naast de deur ontdekken we een restaurant waar ze blijkbaar een “buffet” aanbieden. Voor 16 euro kunnen we eten zoveel we willen. In België word ik niet bepaald gelukkig van zo’n formules maar met de Japanse keuken waar ik nog zoveel kan ontdekken, is dit een feestje. Iedereen doet zich ruimschoots te goed. Er zijn ook frisse verse groenten zoals tomaatjes, sla, komkommer en koolsalade. Heerlijk. Ook de desserts zijn hier bijzonder. We eten een soort van gel-koffie, rijstparels met een pasta van bruine bonen met vijgen en een ijsje met bessen. Het is al bijna 22u als we wegrijden van het restaurant. We willen zo dicht mogelijk bij Fushimi-Inari parkeren zodat we morgen in alle vroegte deze magie kunnen bewonderen. Op de grote centrale parking lijken geen borden te staan om te moeten betalen noch dat deze ’s nachts afgesloten zou worden. Perfecte plek om te slapen want het sanitaire blok van de tempel is ook vlakbij. Omdat ik precies nog af en toe mensen uit het complex zie komen, stel ik voor om toch nog eens te gaan kijken. Wie weet. Wat we te zien krijgen, overtreft onze verwachtingen helemaal. We hebben het park ongeveer voor ons alleen, op een handjevol andere toeristen na. In mijn gedachten stonden er een paar tientallen tori (poorten) maar in realiteit staan er zowaar 10 000. Om de paar meter hangt een mooie lampion die voor een warme oranje gloed zorgt. Oh wat zijn wij een lucky bastards! Waarom loopt hier niemand? Heel erg vreemd maar dit gaan we toch ook niet rondvertellen (behalve aan onze bloglezers). Ik loop op wolkjes terug naar de auto. De moeheid die ik na de onsen voelde, lijkt volledig verdwenen door de opwinding over de schoonheid van deze tempel met zijn tuin. Samen met de tempels van Nikko (waar we met honderden anderen waren) is dit mijn favoriet. Het grappige is dat we deze avond nog een Whatsapp kregen van Michael, onze huisruiler, dat hij onze blog gelezen had (ik veronderstel met hulp van google translate) en hij ons liet weten dat zijn favoriete tempel Fushimi Inari was in Kioto. Terug in de auto schrijf ik nog een deel van mijn verslag maar als mijn ogen bijna dichtvallen en ik mijn vingers niet meer kan bewegen om te typen, weet ik dat ik mijn laptop beter dichtklap want morgen staat de wekker terug om halfzeven. Deze schoonheid willen we ook overdag nog eens bewonderen.
Commenti