Every guest is a gift from god
- Inge Dubois
- 14 aug 2019
- 7 minuten om te lezen
We nemen afscheid van Vera en geven haar een maximum score op airbnb. De liefde is wederzijds want zij geeft ons een recensie van "super femely". We zijn blij dat we de zogenoemde Georgische gastvrijheid door haar voor het eerst echt ondervonden hebben. Ons verblijf bij Pjotr en Martha even niet meegerekend want zij zijn geen Georgiërs. Via de military highway rijden we de bergen uit richting Gori. Het is helemaal geen straf om deze machtige weg nog eens te moeten afleggen. De vele tentjes met kraampjes en halal borden zijn ondertussen allemaal leeg. Het offerfeest is voorbij maar de restanten blijven voorlopig nog even liggen. We zien een schapenvel aan een stok hangen met daaronder bloed en een schapenpoot. Het is ons nog niet helemaal duidelijk waarom moslims graag naar dit gebied komen voor hun offerfeest maar we vermoeden dat het iets te maken heeft met Mohammed en de bergen. Net voorbij het vriendschap monument houden we halt bij een verlaten hotel. Een verweerde herder staat te kijken naar zijn kudde schapen die er ligt te slapen. We lopen even naar hem toe in een poging om een praatje te maken. Met universele woorden en gebarentaal slagen we erin om te begrijpen dat hij niet alleen deze kudde maar ook een andere grote kudde, die boven op de berg aan de overkant zat, onder zijn hoede heeft. Hij wil graag op de foto met mij maar eigenlijk nog veel liever met Fé. Ik ken mijn plaats. In het verlaten hotel even verderop horen we geluiden. Wanneer we binnen gaan kijken, ligt er echt overal schapenstront en zien we in een lange gang tientallen schapen die ons aanstaren. Een heel vreemd zicht voor ons maar ongetwijfeld ook voor hen. Plots komt er een auto aangereden met twee mannen in. Wij gaan wat op een afstand staan maar zien ze gedecideerd het gebouw binnen gaan om enkele minuten later terug buiten te staan met een schaap dat ze uitgekozen hebben om vervolgens buiten de keel over te snijden. We zien de laatste stuiptrekkingen en wat bloed. Wanneer we er met onze herder over spreken maakt hij duidelijk dat de mannen moslims zijn en hij zelf een christen is. We passeren opnieuw het turkoois blauwe stuwmeer en vervolgen onze weg via een mooie autosnelweg naar Gori. Op onze GPS zien we dat de grens met Zuid-Ossetië echt naast de autosnelweg loopt. Plots zien we ook een beveiligde grenspost en merken we vluchtelingendorpen op. Het conflict is hier wel heel erg dichtbij.
Mijn collega Elene die zelf afkomstig is uit Georgië heeft in de buurt van Gori een wijnbedrijfje waar ze in geïnvesteerd heeft. We kunnen er langs gaan om te lunchen en ondertussen eens te leren hoe de wijn in kvevri wordt gemaakt. Andro, de wijnboer, ontvangt ons hartelijk. Wat een mooi domein is dit. Niet alleen de locatie, bovenop een heuvel, maar vooral ook de gebruikte materialen en de afwerking. Andro die zelf jaren in de Verenigde Staten gestudeerd heeft spreekt voortreffelijk Engels. Hij legt ons in een snel tempo maar wel van naaldje tot draadje uit hoe het proces van wijnmaken verloopt. Al bij al is het werken met topproducten in combinatie met respect voor allerlei chemische processen. Ik ben helemaal onder de indruk van de prachtige kvevri kelder en de zelfgemaakte ozonmachine. Een tafel vol schotels met eten en de geur van bbq wacht ons op na de rondleiding. We zitten in een mooie schuur waar de wind nog vrij spel heeft en we uitzicht hebben over de vallei. Wat kan het leven mooi zijn. Andro laat ons proeven van zijn witte en rode wijnen. Het drinken van wijn wordt hier altijd sterk gestimuleerd ook al geef je aan dat je nog minderjarig bent of hoofdpijn hebt, dan nog willen ze eigenlijk heel graag dat je eens wat proeft. We leggen aan Andro een aantal clichés voor die we in onze vorige dagen geleerd hadden over de Georgiërs. Hij glimlacht en zegt ons dat hij betwijfelt of ze nog allemaal kloppen. De waarheid zal wel ergens in het midden liggen. We kunnen ons inbeelden dat in het intellectuele milieu waar Andro zich bevindt er niet zoveel van die navelputdraaiende mannen zijn. Na een kleine twee uur moeten we hier helaas vertrekken. We hadden echt nog wel langer met deze boeiende mens kunnen praten. Omdat we vandaag zeker het Stalin museum willen bezocht hebben, rijden we eerst terug naar het centrum van Gori. In een groot statig gebouw vol marmer en een grote kristallen luster kopen we ons toegangsticket. Naar Georgische normen eigenlijk best wel duur. Via een reportage van Tom Waes hadden we gehoord dat je het museum best met een gids bezoekt vermits ze in dit volledig oud Sovjet stijl doen. Het is zo'n 20 minuten wachten op de volgende Engelstalige rondleiding dus gaan we alvast even naar buiten waar het geboortehuis van Stalin staat en ook een treinwagon waarmee hij door de Sovjetrepubliek reisde. Onze gids is een gezette dame die met een ultra monotone stem haar verhaal afratelt terwijl ze met haar plastic pointer de foto's aanduidt waar ze over spreekt. We kunnen het ons niet voorstellen dat ze bijvoorbeeld in Duitsland een museum zouden hebben waarin ze Hitler verheerlijken maar feitelijk komt dit hier op hetzelfde neer. De Georgiërs hebben een heel dubbele relatie met Stalin en hun Sovjet verleden want tijdens zijn bewind was Georgië echt één van de betere deelstaten van het grote rijk. Er was toen geen werkloosheid en de welstand was de facto hoger dan wat ze op vandaag is. De meeste erkennen wel dat er in die tijd ook veel doden gevallen zijn en dat er niet echt sprake was van vrijheid maar willen het toch niet eenzijdig veroordelen. In de reportage van Tom Waes was de gids nog heel erg in een ontkenningsfase maar wij moeten zeggen dat dit bij ons minder het geval was. De dame in kwestie probeert het verhaal feitelijk te brengen ook al staat ze nooit stil bij het waarom van veel zaken. Wij wisten dat er ook ondertussen een kamer in het museum gewijd was aan de slachtoffers van het regime. Wanneer we op het einde van de rondleiding met onze gids naar buiten gaan om het huis en de wagon te bezoeken zien wij rechts van de trap een deur open staan. We vermoeden dat dit de bewuste kamer is en dat blijkt ook zo te zijn. Aan de attributen en de foto's kunnen we het afleiden want in deze ruimte hangt geen enkel bordje in het Engels. Fé spreekt onze gids er over aan en op een fluisterende toon bevestigt ze ons vermoeden dat dit dus de ruimte is die eer betoont aan de slachtoffers. Je merkt aan haar non-verbaal gedrag dat dit geen deel uitmaakt van haar rondleiding. Het is iets voor vijven als we het museum verlaten en in onze auto stappen om naar Uplistsikhe te rijden. Dit grottendorp ligt op zo'n 15 minuten rijden van Gori. Al sinds 3000 voor Christus wonen hier mensen in grotten. Het hoogtepunt van deze beschaving situeert zich in de Grieks-Romeinse tijd waar ze een volledig uitgerust dorp hebben uitgehouwen uit de rotsen. Tot aan de overheersing van de Mongolen hebben hier mensen gewoond. De lucht voelt erg droog aan en door het zandkleurige gesteente waan ik me precies in een woestijn. We hebben niet de ambitie om het dorp in zijn volledigheid te bezoeken maar hebben na een dik half uur toch een goede impressie. Om halfzeven wacht Nitsa ons op in haar guesthouse. Dit is opnieuw een verblijf waar we op voorhand al naar uitgekeken hebben. De foto's van een tuintafel vol eten en gezellige lichtjes plus de aanwezigheid van een piano en wat gitaren geven het vooruitzicht op een gezellige avond. Nitsa blijkt de dochter te zijn van Lia, een bijzonder hartelijk omaatje met pretlichtjes in haar ogen. We worden op de meest hartelijke manier ontvangen. We zijn duidelijk niet de enige die het hier fantastisch naar hun zin hebben want de muur in de inkomhal staat vol geschreven met boodschappen van andere gasten. Dit is airbnb zoals airbnb hoort te zijn. We zijn te gast in het huis van Lia en haar kinderen en mogen zelf van alle faciliteiten gebruik maken. Ze heeft een tafel vol lekker klaargezet in de tuin. Onze gedachten keren terug naar Oeganda waar we ook altijd mountains of food kregen die uiteindelijk allemaal wel heel erg op elkaar leken. Ook hier is het bijna overal hetzelfde: khinkali, kachapuri, een mengsel met gemalen walnoten, dolmas en uiteraard altijd opnieuw hun wijn. We leren van Lia en haar zoon Shio dat je khinkali moet eten met een glas chacha. Omdat we deze Georgische sterke drank nog niet gedronken hebben lijkt dit ons een goede gelegenheid. In een glazen fles van Borjomi water schenkt ze ons dit Georgische "water". Wanneer Koen zijn kinkhali met mes en vork begint te eten maakt via hem duidelijk dat dit heiligschennis is. Een kinkhali neem je vast bij het steeltje en een je zo op terwijl je in een keer je glaasje chacha leeg drinkt. Oooh gosh. Ik ga ervoor en moet zeggen dat ik het eigenlijk best wel lekker vind, ook al is het super straf. Wanneer we vanuit het huis prachtige pianoklanken horen laten we onze tafel vol eten voor wat het is en vervoegen we Lia rond de piano. Het wordt een avond vol zingen en musiceren. Fé waagt haar aan een solo van een liedje van Zaz. Super trots op haar. Dit is iets wat ze vroeger nooit zou gedaan hebben. Ook de zoon van Lia, is een uiterst innemende jongeman. Hij studeert in Tbilisi voor tandarts net zoals een aantal andere mensen in zijn familie. Tijdens de vakantie werkt hij als tourguide. Een grappige, lieve en intelligente jongen. Hij doet ons wat aan Simon denken. Om halftwaalf ronden we af want morgen moeten we hier helaas terug vroeg vertrekken.
Comments