top of page

Je voyage comme la bohème

  • Foto van schrijver: Inge Dubois
    Inge Dubois
  • 5 aug 2019
  • 5 minuten om te lezen

"Je voyage, je voyage et je cours pour aller de l'avant

De voyage en voyage, sac au dos, cheveux dans le vent,

Parfois folle, parfois sage, refusant les idées reçues

De voyage en voyage, dans l'espoir de trouver un but"

[Fragment uit 'Je voyage' van Charles Aznavour]

Terwijl ik gisterenavond ons verslag online probeerde te zetten, heeft Nico onze valiezen gemaakt. Hierdoor konden we deze ochtend alles op het gemak doen en was er nog tijd voor een heerlijke cappuccino. Nico voelt zich trouwens helemaal in zijn nopjes want het is voor het eerst in meer dan 7 jaar dat hij niet meer moet inspuiten voor zijn MS. Wanneer we terug thuis zullen zijn, zal hij starten met pilletjes die hij tweemaal per dag moet innemen. Qua comfort is dit toch een heel pak beter. Nadat we afscheid hebben genomen van onze airbnb host, gaan we naar het plein vlak voor onze deur waar onze driver staat te wachten. Een iets oudere gezapige man zal ons -hopelijk- veilig en wel terug naar Tbilisi brengen. De auto is 18 jaar oud maar heel erg verzorgd. Er is geen airco maar met dit weer vormt dat helemaal geen probleem, integendeel. We rijden een hele dag met de ramen open en genieten van de zon op ons gezicht. Wat een luxe om zo te kunnen cruisen. Ook het landschap en de omgeving lijken zoveel mooier op de terugreis. Zou dat toch te maken hebben met ons stressgehalte in het heen rijden? Het valt ons op dat je in Armenië nog heel veel oude Russische auto's, type Lada of Wolga, ziet rondrijden. Zelfs taxi's. Heel veel auto's rijden trouwens op gas. Aan de tankstations zie je de wagens geparkeerd staan aan de gaspomp voor ongeveer tien minuten zonder dat de chauffeur erin mag blijven zitten. Onze gids van gisteren had ons verteld dat er in Armenië nu overal gasaansluiting is. Dit lijkt heel banaal maar voor een land als Armenië is dit best wel een flinke prestatie. Ze hebben echter de kosten van ondergrondse gasleidingen uitgespaard door overal bovengronds gele buizen aan te leggen. Deze ontsieren het uitzicht maar geven het tegelijkertijd ook een eigen karakter.

Ongeveer één uur en 20 minuten na vertrek komen we aan bij "Lake Sevan", het tweede hoogste grote zoetwatermeer ter wereld (wij vermoeden dus na het Titicacameer in Bolivia). Aan het meer is een schiereiland waarop een klein klooster staat. Dit is duidelijk een plek waar zowel Armeniërs als buitenlandse toeristen graag komen. We zijn hier niet alleen. Via een straat vol kraampjes kunnen we de trappen bestijgen tot we bij het klooster zijn. Vandaar heb je een prachtig uitzicht over het fel blauwe meer. We ontmoeten Belgen en maken een klein praatje. Grappig hoe ze direct in het West-Vlaams beginnen als ze horen dat wij van Oostkamp zijn (terwijl de man initieel gezegd had dat hij van Gent was, de hoofdstad van West-Vlaanderen). We hadden aan onze driver laten weten dat we heel graag eens wilden zwemmen in het meer. En beetje verderop is een strand met heerlijk ouderwetse Russische kleedhokjes waar we onze bikini kunnen aantrekken. Het water is best wel fris wat ook niet verrassend is voor een meer op bijna 2000 meter hoogte. Het voelt heerlijk om te zwemmen ook al kriebelt er soms wat zeewier tussen je tenen. We blijven eventjes in het water, maken een paar leuke foto's en trekken dan onze kleren terug aan. We bespreken met onze chauffeur waar we best kunnen gaan lunchen. Hij brengt ons naar een adresje waar we met zicht op het meer in zo'n typische 'private lounge' kunnen eten. Eigenlijk is het hilarisch ouderwets maar het heeft wel charme. Voor de laatste keer kiezen we onze favoriete Armeense gerechtjes en drinken we er een biertje bij. Hoewel Nico zijn halve liter meer weg had van afwaswater en Fé was ook niet zo gelukkig was met haar zoete limonade van krieken. Ach, we zijn verwende nesten. Zeker vandaag voelen we ons echte luxe toeristen maar dat mag ook wel eens. Onze huid voelt trouwens heel erg zacht aan na het zwemmen. Marian had gisteren verteld dat het water in Yerevan uit de bergen kwam en zelfs niet meer hoefde gezuiverd worden. Vanuit het meer vertrekt er trouwens maar één enkele rivier, wat heel bijzonder is voor een meer van dergelijke omvang. Het is al voorbij 14u als we onze route verder zetten. De GPS geeft aan dat het nog een goede vier uur rijden is naar Tbilisi. We willen graag ook nog eens stoppen aan een klooster dat op de lijst staat om mogelijks goedgekeurd te worden als UNESCO werelderfgoed. Aangekomen bij het oude klooster zien we een viertal kleine typisch Armeense kerkjes waar je één voor één naar binnen kan. Het is al bij al wat ontgoochelend omdat het niet groot is maar vooral omdat de recente renovatie volgens ons volledig mislukt is. Ze hebben bovendien foto's opgehangen om te tonen hoe het vroeger was waarmee ze pijnlijk duidelijk maken dat ze het gewoon verknoeid hebben met de renovatie. Wat ons betreft is dit geen UNESCO werelderfgoed.

We zetten de rit verder en moeten nog twee keer stoppen: één keer om onze paspoorten te tonen zodat we Armenië mogen verlaten en één keer om alle bagage uit de auto halen en opnieuw paspoorten tonen zodat we Georgië terug binnen mogen. Lang leve de stempels! Na de grens is het nog een dik uur rijden tot Tbilisi. Met muziek in mijn oortjes en een sjaal rond mijn hoofd voel ik mij een beetje "La bohème" van Charles Aznavour. De playlist met de top 100 wereldmuziek van radio 1 is de perfecte muziek om weg te dromen bij het desolate hoogland op de grens van Armenië en Georgië.

Rond 19u zitten we in volle avondspits in Tbilisi. We worden er nog maar eens geconfronteerd met de roekeloze rijstijl van de Georgiërs. Een politieagent maakt duidelijk dat een chauffeur niet in een bepaalde straat mag en ondertussen rijdt een ander gewoon langs de agent toch die straat in. Il faut le faire. Onze chauffeur moet deze avond nog terug naar Yerevan dus voor hem wordt het best wel een lange dag. Ik begin te begrijpen waarom veel van die Tbilisi-Yerevan chauffeurs snel rijden. Geen van hen blijft overnachten op zijn bestemming waardoor ze er dus allemaal minstens 12 uur rijden opzitten hebben. Gelukkig is die van ons een uitzondering.

Aankomen bij Fabrika voelt al een beetje als thuiskomen. We vertellen de receptioniste over onze vreselijke chauffeur van de minibus zodat ze hier rekening mee kan houden als ze nog eens de vraag krijgen van reizigers om transport te regelen naar Yerevan. Ze is ons dankbaar. We installeren ons op onze kamer, nemen en verfrissende douche en gaan dan terug naar buiten op zoek naar avondeten. Geen van ons drie heeft veel zin om nog echt de stad in te trekken maar gelukkig hebben ze bij Fabrika een eigen straat met allerlei leuke restaurantjes. Omdat er nergens anders plaats is krijg ik mijn zin en gaan we naar de Japanner. Mijn huisgenoten blijken achteraf ook erg blij met deze keuze want het was een voortreffelijk restaurant. Voor €18 hebben we met ons drie kraakvers Japans gegeten: Fé kiest voor een bento box, zelf ga ik voor de ramen en Nico is in zijn nopjes met zijn rijst bowl. Iets voor 23u kruipen we onder de lakens. Onze kamer is deze keer niet langs de kant van de uitgangsbuurt waardoor we hopen dat de nacht iets stiller zal zijn dan onze vorige in Fabrika.


Comments


© 2023 by NOMAD ON THE ROAD. Proudly created with Wix.com

bottom of page