Karma, destination, God of gewoon toeval… noem het hoe je wil!
- Inge Dubois
- 23 aug 2017
- 6 minuten om te lezen
woensdag 23 augustus 2017
Mijn gezelschap slaapt nog als ik om zeven uur wakker ben. Ik lees de verslagen nog even na want heb best veel moeten schrijven de laatste dagen. De jongens van de campsite zouden tegen 8u15 warm water voorzien voor onze douche. Perfect. Geen aapjes deze ochtend, wel laaghangende wolken in het dal en een uitzicht dat kilometers ver reikt. Geweldig toch om zo uit je tent te kruipen. De douche doet deugd maar is voor mij véél te heet. Ik kan er amper onder. We zien Eddy terug aan het ontbijt. Hij brengt onze koffie. Eén van de andere jongens heeft toast met ei gemaakt. Het ei is onvoldoende gebakken waardoor Fé en ik erg écht geen zin in hebben. Op discrete manier neemt Fé de toasts mee en gooit ze in onze vuilnisbak. De koffie is wel lekker. Eddy heeft nog 1,5 kg bonen meegebracht van de dame waar we gisteren onze eigen koffie zijn gaan branden. Ideaal voor thuis. Gisterenavond hadden we met Eddy het plan opgevat om hem te gaan inschrijven in zijn school zodat hij zijn derde trimester kan afwerken en zijn overheidsexamen voor O-level kan halen. In Oeganda gaan kinderen tot hun 13e naar de primary school, daarna heb je 4 klassen tot aan je examen voor O-level en tenslotte nog eens 2 jaar tot aan je overheidsexamen voor A-level. Diegene die dit behalen kunnen naar highschool of university. Eddy had ons verteld dat hij ervan droomt om “ingenieur” te worden. Welk type precies weet hij nog niet goed. Dat zal hij laten afhangen van waar er meest mogelijkheden in zijn. Hij vindt het grappig om te horen dat ook Fé ingenieur wil worden. Het is zo’n bescheiden jongen die zo ontzettend dankbaar is voor wat we voor hem willen gaan doen. Hij is geboren in het jaar dat wij getrouwd zijn. We beschouwen het als een huwelijksverjaardagscadeau aan onszelf dat we hem zullen proberen naar zijn ingenieursdiploma te loodsen. Heel veel zal van hemzelf afhangen en van de manier waarop we kunnen blijven communiceren.
Wanneer we na het ontbijt nog een paar laatste zaken in onze auto in orde aan het brengen zijn zodat we kunnen vertrekken, komen er plots twee mannen op ons afgestapt. De ene in een mooi proper pak, verzorgde man met een badge rond zijn nek. Hij stelt zich voor. Ik snap niet goed wat de bedoeling is. Hij vertelt ons dat hij ooit in Denemarken was en dacht dat wij ook van ergens daar in de buurt waren (wel … ja, eigenlijk wel als je het op wereldschaal bekijkt). Het is een heel leuke man om mee te praten. Al snel komen we te weten dat hij relatief vroeg zijn vader verloren is en écht in een penibele situatie zat tot hij als bij toeval een “white man” is tegengekomen die hem heeft geholpen om naar de universiteit te gaan. Hoe meer hij vertelt hoe meer wij elkaar aankijken. Dit kan toch niet waar zijn? Waarom komt deze man nu precies op dit moment naar ons. Net voor we willen vertrekken? Hij moest hij op de campsite zijn omdat hij werkt voor de watermaatschappij en de bijdrage voor de dorpspomp kwam innen. Hij woont ook vlakbij. Ik vraag aan Fé om Eddy erbij te roepen. Ik wil dat hij luistert naar Patrick want deze laatste begrijpt heel goed wat je moet doen als je wil blijven steun genieten van een muzungu. We leggen Patrick nog eens uit wat we nu gedaan hebben voor Eddy en dat we op zoek zijn naar een manier om met hem in contact te blijven. Hij stelt voor om hem samen op te volgen. Hij wil gerust als tussenpersoon fungeren. Hij heeft ook vlot toegang tot internet en heeft ervaring vanuit zijn eigen situatie. Hij legt aan Eddy uit dat communicatie heel belangrijk is en dat ze regelmatig foto’s naar ons zullen sturen en schoolresultaten zullen doorgeven. Dit is écht wel de man die we nodig hebben. Tussen alle praktische afspraken door krijgen we veel mooie vertellingen uit zijn studententijd en het leven dat hij nu leidt. Hij heeft zich kunnen opwerken en gebruikt zijn invloed en mogelijkheden nu om zijn gemeenschap te helpen. Zo heeft hij zelf een kindergarten opgestart. Fé mag er gerust binnen een paar jaar eens wat vrijwilligerswerk gaan doen en dan bij hem thuis logeren, zegt hij … we zien allemaal wel hoe het zal lopen. We zijn wel alledrie overtuigd dat dit allebei (Patrick en Eddy) twee mensen zijn met het hart op de juiste plaats. Dit voelt goed. We wisselen contactgegevens uit en ik laat hen weten dat we alvast voor ons vertrek uit Oeganda nog een mailtje zullen sturen. Met de nodige foto’s en knuffels nemen we van iedereen afscheid. Heel vreemd hoe zo’n toeval misschien zoveel zal veranderen in iemands leven. Ik noem het graag KARMA. Patrick en Eddy noemen het “blessings from god”. Het maakt niet uit. Het is magic. Wanneer we de campsite afrijden, komt Eddy ons nog toegesneld met drie mooie kristalstenen van Mount Elgon. Geen idee waar hij deze nu uitgehaald heeft maar het is ontzettend lief. Zijn lip trilt. We maken nog een allerlaatste foto en dan zijn we weg. Benieuwd naar het vervolg.
Vandaag rijden we naar Jinja waar we de laatste drie dagen van ons verblijf zullen doorbrengen in The Haven, een eco-resort aan de Nijl. De perfect plek om in stijl af te ronden, terug wat “normaal” te eten en zelfs te zwemmen. Het is zo’n 4u rijden maar ondertussen weten we welke wegen goed zijn en rijden we om via Tororo omdat de weg tot Mbale en Iganga rampzalig is. In een tankstation houden we halt voor wat drankjes, yoghurt en nootjes. Ondertussen weten we met proefondervindelijke zekerheid dat er ergens een parallel circuit moet bestaan met afgedankte koekjes die niet (meer) goed zijn voor Westers consumenten. Ongelofelijk hoe slecht koeken hier smaken, zelfs de zogenaamde Westerse merken zoals Oreo of zo zijn écht niet te smaken. We hebben het er ook met Frieda over gehad en ook zij is hiervan overtuigd. Zou dat écht zo zijn? Schandalig … Wat ook opvalt als je zo roadtript in Oeganda is dat alle dorpen ongeveer gelijk zijn. Overal zie je huizen die volledig beschilderd zijn als reclamebord voor Airtel, Magic zeep, Sadolin verf, … Eddy legde mij uit dat mensen hier geen vergoeding voor krijgen. Ze zijn gewoon al blij dat hun huis in “mooie kleuren” geschilderd is. Dit ruikt toch ook wat naar marketingmisbruik van deze bedrijven.
Niet alleen de natuur is hier trouwens deels een jungle. Ook het verkeer. De boda-boda’s zijn in absolute meerderheid. Werkelijk alles vervoeren ze op deze moto’s: van hele bomen, levende dieren tot doodskisten. Je kan een fotoboek vullen met alleen maar foto’s van de meest onwerkelijke situaties. Een helm kennen ze hier ook niet. Meestal zie je ze gewoon zonder iets al zijn er ook die een muts dragen ter bescherming. Beetje tragisch grappig beeld: drie Oegandezen op een brommer in de grote hitte met een winterse muts op. Ook heel typisch Oegandees zijn de minibussen. Omdat de chauffeurs van deze busjes per passagier betaald worden, zijn ze meestal onverantwoord vol geladen. Waar er normaliter drie mensen op de achterbank kunnen, zitten er altijd vijf en je mag er zeker van zijn dat elk van hen iets op hun schoot heeft. Niet zelden een levend dier. Het dak van het busje is vaak volgestouwd met bagage en de koffer wordt met elastieken dicht gehouden. Zelf zou ik er gewoon gek in worden. We hebben in Namwendwa eens 10 minuten met het “juiste” aantal personen in zo’n busje gezeten en het was al claustrofobisch om achterin te zitten. Verder zijn er de vrachtwagens die werkelijk met niemand rekening houden (wet van de jungle) en ook door dorpskernen scheuren, ondanks de vele verkeersdrempels. Naast al dit motorisch geweld zijn er uiteraard de wandelaars langs de weg. Werkelijk overal zie je ze, vaak op blote voeten met een jerrycan met water op hun hoofd in de grote hitte. Slik. Tenslotte zijn er ook best wel veel fietsen maar ook op deze zie je zelden maar één persoon. Op je fiets kan je toch makkelijk met een gigantische lading of anders toch minsten met nog één iemand anders. Al lukt het zeker ook met vier, zonder probleem!
Het is halfzes als we aankomen in THE HAVEN, een eco-resort waar we de laatste dagen in luxe kunnen doorbrengen. Hé hé … dit is ook voor ons een “haven” en het lijkt zelfs wat op “heaven”!
We zetten de tent op, springen in het zwembad en schakelen de WiFi op onze toestellen in. De eerste die we bellen met WhatsApp zijn … Sophie & Koen (sorry mama & papa). Het voelt goed om hen terug te zien en het grappige is: als de lijn onderbroken wordt ligt het aan HUN WiFi, niet aan deze in Oeganda. De wereld op zijn kop!
Comentarios