Muzungu, muzungu! How are you?
- Inge Dubois
- 15 aug 2017
- 5 minuten om te lezen
Dinsdag 15 augustus 2017
Vandaag is een functionele transportdag. We willen zo dicht mogelijk bij Murchisson Falls National Park geraken. We hebben niks gereserveerd qua camping dus we zien wel wat haalbaar is. Sommige tourguides zeggen ons dat het te doen is mits 10u rijden, anderen (meestal self-drivers) geven aan dat het niet te doen is. De afstand is maar 248 km dus het lijkt redelijk absurd dat je dit niet in een dag kan doen maar dan ben je nog niet in Oeganda geweest. Sommige stukken weg zijn ok maar de meeste zijn zandwegen met gigantische putten bulten waar je maximum 40 km/ u kan rijden. Bovendien zijn er om de haverklap kleine dorpjes waar er “bumps” zijn waar je sowieso moet voor vertragen. We rijden eerst naar Fort Portal omdat we nog eens langs de supermarkt moeten en we ook nog wat dollars voor shilling willen wisselen. Het is pas een paar uur later dat we ons realiseren dat we daar best wel geluk gehad hebben want het is de 15e augustus en dat wordt hier door de katholieke gemeenschap ook duidelijk gevierd. Gelukkig is de moslim, Chinese en Indische gemeenschap groot genoeg waardoor de meeste banken in Fort Portal open zijn. Eerst waren we naar de postbank gegaan maar zij wisten niet wat te doen met onze dollars. We moesten naar Centenary bank waar we gelukkig bijzonder snel geholpen worden. Bij de Indier kopen we terug wat basic food en off we go richting Noorden. Het eerste stuk van de weg is écht slecht waardoor het lastig rijden is. We houden halt voor lunch op een voetbalveld waar er een tweetal jongens stonden. We beslissen om even te vragen of het ok is dat we daar stoppen maar in een mum van tijd staan er tientallen jongeren rond ons … we zijn de attractie van de dag. Omdat ze met velen zijn en er ééntje een mes heeft, voelt het soms wat ongemakkelijk aan. De beste strategie in deze is “connectie” maken. We stellen en dus wat vragen en krijgen te horen dat het studenten zijn die deze voormiddag examen gehad hebben en morgen opnieuw. Nog een weekje en hun tweede trimester zit erop. Dan hebben ze twee weken vakantie. Scholen is iets wat je overal in Oeganda in grote getale ziet. Kinderen en jongeren trouwens ook. Op zich een goeie zaak. Het land doet er alles aan om de doelstelling van de VN tegen 2020 te halen: iedereen moet kunnen lezen en schrijven. Dit gaat vaak wel nog ten koste van de kwaliteit want klassen met meer dan 70 leerlingen zijn hier geen uitzondering. Onderwijs is hier bovendien ook niet gratis. Je betaalt 100 dollar per trimester per kind. Als je dan weet dat het gemiddeld maandloon zo’n 120 dollar is, dan is dit écht wel veel. Toch probeert elke Oegandees zijn kinderen naar school te sturen om dan later … met grote kans … werkloos te zijn. 86% (zesentachtig!!!) is hier werkloos. Dit zijn hallucinante cijfers. Je ziet het ook langs de straten: iedereen lijkt altijd thuis te zijn. Zittend voor hun huis. Hun eigen kleine business runnen, een beetje groenten verbouwen voor eigen gebruik en verder niks. Heel vreemd en triest en toch blijven de meeste lachen. Niet allemaal want je ziet hier ook wel tristesse. Op de route van vandaag komen we precies nog meer in écht zwart Afrika. Naar het einde toe zien we minder huizen en slapen mensen écht in hutten en zie je meer kinderen naakt lopen. "Muzungu, Muzungu, how are you?”, we krijgen het voortdurende te horen tijdens onze rit. Niet alleen in de dorpen maar ook daarbuiten. Continu lopen er mensen langs de straat. Het houdt nooit op. Even stoppen om een bushtoilet te zoeken is dan ook geen sinecure. We trekken het ons hoe langer hoe minder aan en hebben het begrip “vierkante meter plassen” al ingevoerd. Ach, zo’n vakantie brengt je letterlijk en figuurlijk in alle omstandigheden samen. Het grootste deel van de dag rijdt Nico. Ik neem een tweetal uren het stuur over maar hij ergert zich teveel aan mijn rijgedrag (ik zou teveel in putten rijden). No worries, hij mag rijden. Wanneer we na een plaspauze terug willen opstarten doet de auto het niet meer … hélp!! Gelukkig hebben onze twee technische mannen snel door wat het probleem is. De kabel naar de batterij zat los (door de vele putten en bulten in de weg). Even ons tangetje uithalen en hupsekee: hersteld! Dat tangetje is al van goudwaarde gebleken: kan in elke omstandigheid gebruikt worden (ook bv om deksels van kookpotten te halen). Oef!
Op ongeveer alles staat Oeganda minder ver dan wij maar toch is er iets technologisch wat zij al jaren hebben en bij ons nu pas begint door te breken: mobile money. Dat is ook de reden waarom ongeveer iedereen hier een gsm heeft. Ze betalen er continu mee en geven op die manier ook geld aan elkaar. In elk klein dorp kan je je mobile money op je kaart zetten. Straf systeem! Vergelijkbaar met Payconicq bij ons maar dit is nog maar net aan het opkomen. Rond 18u30 komen we aan de splitsing met Boila. Nu moeten we kiezen: links naar het meer in de hoop in een kuststadje wel iets te vinden om te kamperen of rechts naar een campsite die aangeduid staat op onze kaart: Businguro National park: ecosite. We kiezen voor het nationale park omdat we daar zeker lijken van een campsite. Eenmaal aangekomen blijkt alles toch heel erg verouderd en ziet het er naar uit dat ze al een poosje geen gasten meer gehad hebben. Als we de prijs vragen, geeft hij ons mee dat het 10 dollar pp is. Ja hallo! Niet met mij want een deftige douche en sanitaire ruimte is er niet echt en electriciteit mag je al helemaal vergeten. We krijgen het geregeld dat we maar de helft moeten betalen. Ze brengen ons nog twee jerrycans met water en we installeren ons op een mooi stukje gras. Als we onze namen in het registeren moeten schrijven merkt Sophie op dat de naam van Jane Goodall op hun papieren staat. Tiens? Blijkt dat deze beroemde wetenschapster hier vorig jaar nog geweest is om de chimps te onderzoeken. Ook hier hebben ze nog chimpansees, alleen doen ze geen trackings meer omdat er niet voldoende meer zijn
Eten kunnen ze niet voor ons maken dus koken we een eigen potje: lekkere bouillon met noedels en daarna nog tomatensoep met beschuit. Het smaakt enorm. Een mens leert de basics toch echt terug appreciëren op een vakantie als deze. In Uganda blijken ze bovendien ook nog eens lekkere gin te produceren “UGANDA WARAGI” (Christophe Annicaert, begin al maar contacten te leggen voor import!). We genieten van een glaasje, een streepje gitaar, wat leuke verhalen en dan is het bedtijd. Het is écht wel pikdonker dus elke lamp kunnen we gebruiken. Morgen wat ons een nieuw nationaal park dus we appreciëren onze nachtrust
Comentarios