top of page

En toen brak de ruit ...

  • Foto van schrijver: Inge Dubois
    Inge Dubois
  • 11 aug 2017
  • 7 minuten om te lezen

Vrijdag 11 augustus 2017

Wekker iets voor 6u. We willen om 6u30 ontbijten om dan tegen 7u30 aan de ingang van het park te zijn. Alles loopt volgens plan tot … Nico de koffer wil sluiten (terwijl deze al gesloten was) en hij de sleutel er niet meer af krijgt. Wrikken en wroeten, vloeken en kalm blijven, stampen, duwen en trekken: niks helpt! Dit is écht wel “bad news” want we kunnen niet meer IN de auto en deze ook niet meer starten. Alles is met deze sleutel en we hebben er maar één gekregen van de verhuurmaatschappij. Balen! Ik ga het melden aan de receptie en in een mum van tijd staan er een paar mannen van het hotel naast onze auto om samen met Nico en Koen te zoeken naar een oplossing. Het eindigt er uiteindelijk mee dat ze proberen om het achterraam eruit te snijden. Met engelengeduld, Fé haar zakmes (dankjewel Kris en Els, topcadeau!!), een paar lepels en vorken, lukt het bijna tot … iemand te hard trekt en het raam in duizend stukken barst! Nico ontploft want hij was net zo voorzichtig bezig en had al meermaals gezegd dat ze niet moesten wrikken. Eenmaal terug bij zijn positieven excuseert hij zich bij de mannen die zich duidelijk een ongeluk geschrokken waren van zijn reactie. Ondertussen waren ze bezig met het slot en was de sleutel eruit! Oef … we konden alvast terug rijden. Nu nog even een stuk plastic en ducktape (bewijst nog maar eens zijn nut op vakantie!!) in de plaats van het raam en we kunnen vandaag toch het park in. Ik bel nog even met Bram van de Roadrtip Uganda (onze verhuurmaatschappij): hij regelt een mechanieker voor deze avond. Een paar telefoontjes later weet ik dat er om 19u30 twee mannen zullen komen en dat ze alvast een raam zullen mee hebben. Fingers crossed dat dit volgens plan zal verlopen. Bovendien mochten we gebruik maken van de lodge vlakbij onze kampeerplekOmdat het ondertussen toch al na 8u is, gaan we niet meer ontbijten. Sophie & co hebben voor ons een mee-neem ontbijtje geregeld in het restaurant. We vertrekken richting gate.

Ook daar is het initieel zeker onze dag niet: we betalen de fee maar de registratie en afdrukken van de bonnetjes (ze zien zo graag véél papiertjes hier) lukt niet. We verliezen wat tijd maar zoals altijd met alles in Afrika komt het uiteindelijk wel goed, “no problem”. We besluiten om eerst naar het deel te rijden waar de kans op leeuwen het grootst is. Ik had het al gelezen maar ondervind het nu aan den lijve: de hoeveelheid wildlife hier is niet te vergelijken met bijvoorbeeld Etosha NP in Namibie. Hier moet je ze écht spotten en geluk hebben. We zien een paar olifanten (grote exemplaren met prachtige slagtanden), véél springbokken, véél wrattenzwijnen, een turquoise slang, prachtige waterbokken, honderden vogels in talrijke kleuren (Oeganda is écht een vogelparadijs) en … twee LUIPAARDEN!!! This really makes my day. Dit was het enige dier van de BIG FIVE dat we nog nooit gezien hadden. De eerste zien we liggend in een boom doordat er al twee andere auto’s bij staan. Een gids toont ons waar we moeten kijken en dan zien we hem heel goed liggen: een groot exemplaar die zich af en toe eens verlegt in zijn slaap maar verder niet van plan lijkt om de rest van de dag iets anders te doen dan slapen. De tweede die we gespot hebben was nog onvergetelijker. In de verte hadden we een wit busje met toeristen zien staan op de savanne. Eenmaal we zelf in die buurt waren was het busje al weg. We rijden ook naar die boom waar zij stonden en zagen initieel niks tot Fé de verrekijker nam en toch een luipaard spot. We lappen even alle regels aan onze laars en rijden offroad (boetes hiervoor als een ranger je ziet) tot ongeveer onder de boom. We kunnen het dier nu heel goed observeren. Het is een kleiner exemplaar dan de vorige en ook dit ligt te slapen hangend met zijn poten over de dikke takken van de boom. We zien het geeuwen en ademenen … onvergetelijk!

Hierop hadden we niet gehoopt! Op leeuwen wel maar we gaan ervan uit dat we deze nog zullen spotten in Murchisson Falls NP. We lunchen aan de gate. De man in kwestie is zo attent om ons erop te wijzen dat we niet in de blakende zon moeten gaan zitten maar onder een schuurtje kunnen schuilen. Een beetje een surrealistisch decor want onder de schuur staat een luchtballon en allerlei gasflessen. Het brood dat we gekocht hebben is afschuwelijk (verse bakkers vind je hier nauwelijks) maar de tonijn en de sardientjes uit blik smaken dan weer voortreffelijk. Er worden scènes van “Braking bad" nagespeeld door mijn reisgenoten en we schenken de overschot van het brood aan de mensen die in hutjes naast de gate wonen.

We hebben nog anderhalf uur voor we bij de boot moeten zijn voor een boottocht op het natuurlijke kanaal wat Lake George met Lake Edward met elkaar verbindt. We beslissen om de “kraterroute” te volgen langs de tientallen vulkaankraters. De één gevuld met water, de andere met bomen. Het is een prachtig pad om te rijden met landschappen om u tegen te zeggen. Het lijkt een beetje een wereld apart ook doordat er totaal geen dieren zitten. Het weggetje zelf is echte offroad maar op zich wel goed te doen. Ik ben chauffeur van dienst en vind het leuk om te rijden in deze omgeving. Iets voor 15u komen we aan bij de boot. We hebben geluk want de eerste boot is net vol dus gaan wij mee met de tweede: meer uitgerust en minder volk. We nemen plaats op het bovendek en hebben een prima uitzicht op het water. Het duurt maar een paar minuten voor we een eerste bende hippos zien liggen. Soms liggen ze half op elkaar, soms zie je enkel hun ogen en soms zitten ze helemaal onder water (waar ze makkelijk 5 minuten kunnen blijven). Dit laatste doet vermoeden dat er nog veel meer zijn dan wat wij kunnen zien. Volgens onze reisgids zou dit natuurlijke kanaal de grootste concentratie hippos ter wereld hebben. Aan boord zijn er twee Britse ornithologen met gigantische lenzen. Voor hen moet het hier écht een walhalla zijn. Heel veel vogels in alle variëteiten. We zien een variant op een flamingo die buitengewoon mooi en sierlijk is. Plots zien we aan de oever ook onze eerste Nijlkrokodil, verder op de boottocht zullen we er nog een paar zien. Het is ook mooi om zien hoe de vogels, de buffels (tientallen!) en de hippos vredig naast elkaar in het water staan. Vogels maken gretig gebruik van de brede ruggen van de nijlpaarden om te zonnen. Zon is trouwens iets wat hier vaak latent aanwezig is maar nooit helemaal uitgesproken. De temperatuur is perfect (zo’n 25 graden) maar er is altijd een zekere mist of laaghangende bewolking. Echte “blue sky” hebben we hier nog niet gezien. Het voelt ook niet echt tropisch vochtig aan. Wanneer we Lake Edward naderen zien we in de verte het Virunga gebergte van Congo. De grens tussen beide landen loopt dwars door het meer. Aan de oever zien we drie olifanten grazen en drinken. Mooi! Een beetje verderop komen we aan een vissersdorp. Binnen het NP mogen mensen wonen maar ze moeten leven van visserij of zoutwinning. Landbouw is verboden. Dit zijn écht arme mensen. De vissers varen net uit met hun smalle kano’s vol netten. Ze hopen allemaal om morgenvroeg terug te komen met netten vol vis. Fysiek zwaar werk. Op de boot hebben we nog een hilarisch momentje met een dame die ons aanspreekt in het Zuid-afrikaans en vraagt vanwaar wij zijn want ze is verbaasd dat ze ons zo goed kan begrijpen. “Jullie spreken écht duidelijk!” zegt ze. EINDELIJK iemand die vindt dat West-Vlamingen duidelijk spreken. "Ha! Eat your heart out”, aan al wie zich aangesproken voelt. Zo’n twee uur later meren we terug aan. We rijden langs het kanaal terug naar de mainroad en spotten nog een nijlpaard dat op het land aan het grazen is. Rond half zeven arriveren we terug in Simba Safari Camp. We snakken naar een biertje. Op de boot kon je ook drankjes krijgen kondigde de kapitein aan maar als je er dan ééntje ging bestellen lieten ze wel wel dat ze niet koud staan … It’s the story of Uganda: plenty of opportunities but all missed chances. Ze hebben hier vooral een sterke goeie regering nodig en véél managers die de boel optimaal zouden doen draaien.

We klappen onze stoelen uit (al veel plezier aan beleefd), openen twee zakken chips en genieten van een Nile Special bier. Fé en ik gaan douchen en tegen de tijd dat we terug zijn , is de mecanicien er al. Ze zijn met twee op een bodaboda (=brommertje) met én een nieuwe ruit mee! Me happy. Een klein uur later hebben ze het raam en het slot van onze auto hersteld en bij de auto van Koen & Sophie de claxon en een loszittende spiegel. Ik bel nog even met Bram van Roadtrip Uganda en krijg te horen dat ik niks moet betalen. Eind goed al goed. Al blijven het oude auto’s en hou ik mijn hart vast voor de komende twee weken. Gelukkig lijkt de “on road service” wel te marcheren. In ons geval hebben we gewoon een uurtje verloren in de ochtend maar verder alles kunnen doen. Het zou veel meer balen geweest zijn als we het park niet hadden kunnen zien vermits we hier maar één dag waren. Enfin, het was een oefening in mentale flexibiliteit en vertrouwen hebben in waar de Afrikanen van overtuigd zijn: het komt allemaal goed. What doesn’t kill you, makes you strenger, more flexible and gives you stories to tell.

Iets na 20u gaan we dineren. Komkommersoep (heel smaakvol) en daarna een t-bone steak met jacket potatoes en groentjes. Ze kunnen hier echt wel koken. We hebben al twee dagen dezelfde ‘ober’: een ontzettend vriendelijke jongen die bijzonder zijn best doet, hartelijk en authentiek is. Hij krijgt morgen een extra fooi en compliment, da’s zeker. Rond 22u gaan we slapen. Iets wat ons ondertussen steeds beter afgaat met z’n drieën op zo’n 180 cm …

Afrikaanse ruit ...


Comments


© 2023 by NOMAD ON THE ROAD. Proudly created with Wix.com

bottom of page