top of page

Into the wild

  • Foto van schrijver: Inge Dubois
    Inge Dubois
  • 6 aug 2017
  • 7 minuten om te lezen

zaterdag 5 augustus

Het is écht lang geleden dat ik nog eens hoog opliep met een luchtvaartmaatschappij. Bij het boeken van de vluchten, het bekijken van de prijzen, het débâcle rond de gigantische meerprijs om met VISA te betalen zag het er helemaal niet naar uit dat ik dit nog ooit zou doen met Brussels Airlines. Maar enkel een gek herziet zijn mening nooit. Van de aankomst in Zaventem tot en met de landing in Entebbe was de hele vlucht één positieve ervaring. De ingrediënten? Bijzonder enthousiast en goed-getraind cabinepersoneel, sterk genoeg in hun rol om er ook wat humor en advies bij te geven gecombineerd met een excellent communicatieteam dat geen mogelijkheid voorbij heeft laten gaan om met een kwinkslag een glimlach op het gezicht van de reizigers te toveren. Een paar voorbeelden, vraagt u? De tekst op het dekentje: “if you can’t sleep, count the clouds” of op je bekertje met warme drank “Coffee? That’s really my cup of tea” of op de servietjes “this towel is about to clean everything except the smile of your face”. Om dan nog maar te zwijgen van een prachtig animatiefilmpje met de safety-instructies: grappig & duidelijk. Mochten ze mij vragen om het nog eens te bekijken, ik zou het direct opnieuw doen. Enfin, naast dit alles wat ook zelfs het eten meer dan ok (rekening houdend met het feit dat je sowieso op een vliegtuig zit). Vliegen, het kan dus meer zijn dan een noodzakelijk kwaad. Daarenboven hadden we het nog het grote geluk om op de eerste rij van het tweede deel te zitten wat ons een beenruimte gaf om u tegen te zeggen. Ik passeer de tijd (hmmm … dit lijkt te letterlijk Engels-Nederlands ;-)) met het bekijken van een prachtige film: “Captain Fantastic “ met de meer dan gemiddeld mooie verschijning van Viggo Mortensen in een regie van Matt Ross. Ik kan het niet droog houden bij dit verhaal van een vader die zijn kinderen grootbrengt in het woud, ver weg van elke vorm van “beschaving” (of wat daar moet voor doorgaan). En omdat toeval niet bestaat, schrijf ik het maar toe aan de beroemde “signs" uit de Celestijnse Belofte dat deze film ook de thematiek raakt van het boek dat ik net beginnen lezen ben “Zes maanden in Siberische wouden” van Sylvain Tesson (dankjewel K. voor de tip!) en de muziek die ik de laatste weken veel aan het beluisteren ben: de “Cellosuites" van Bach. Toch bijzonder intrigerend allemaal. Harmonieus.

We komen mooi op tijd aan in Entebbe. De tropische warmte overvalt je meteen. Een kleine luchthaven met een heel typisch Afrikaanse immigratiedienst. Lees: het duurt lang, ze moeten een tiental handelingen per persoon verrichten en uiteraard stempels zetten om uiteindelijk ons na een kleine twee uur toe te laten tot Oeganda. De chauffeur die we geregeld hadden via het Via Via Café had het bijna opgegeven. Gelukkig was de man in kwestie zo slim geweest om eens te polsen of er nog mensen aan het wachten waren bij immigration. Enfin, het heeft dan even mogen duren. We zijn heel blij dat we er zijn. Een rit van zo’n 10 minuten en we zijn op onze eindbestemming voor vandaag: het heel fijne VIA VIA CAFE in Entebbe. Uitgebaat door Lobke (afkomstig uit Brugge) en Pieter (uit Hombeek). Laat dat nu net ongeveer de twee locaties zijn waar wij ook van afkomstig zijn. Toeval? nee! We drinken onze eerste Nile Special (lekker bier), eten een lekkere pasta en genieten in een heel sfeervolle bar van ons eerste avond in Oeganda. Bijzonder gezellig met z’n allen en ook heel attent van Pieter en Lobke om eens bij ons te komen zitten. Iets na middernacht kruipen we onder de wol met de Afrikaanse nachtgeluiden op de achtergrond.

Zondag 6 augustus

African timemanagement

Het is de enige keer dat we in een echt bed slapen en een privé badkamer hebben dus genieten we hier ook volop van. We nemen nog alledrie een douche en zijn om 9u present aan het ontbijt. Doordat het gisterenavond donker was toen we aankwamen zien we nu pas de omgeving. Aan het Via Via Café liggen twee grote vijvers waar je talrijke vogels kan spotten. Fé en ik zien een prachtig blauw ijsvogeltje. Het ontbijt is bijzonder lekker: een groot glas vers fruit, toast met ei en een bananenpannenkoek. De koffie is heel mild en totaal niet bitter wat ervoor zorgt dat je er geen melk hoeft bij te doen. Om 10u brengen ze onze auto’s en krijgen we uitgebreide uitleg. De Toyota Hilux die we in Namibia hadden, was nieuwer dan deze Toyota Landcruisers maar om hier door het land te crossen zijn ze prima. Op de sleutel van Sophie-Koen-Kato-Witse hun auto staat “Walter White”, op die van ons “Cookie Monster”. De namen om elkaar op te roepen met de walkie-talkies zijn direct een feit! Het is bijna middag als we wegrijden uit het Via Via Café maar niet zonder eerst nog hartelijk goeiedag te zeggen aan Lobke & Pieter en af te spreken dat we in het naar huis rijden daar nog eens zullen stoppen voor een laatste dinner op Oegandese bodem! Ik hoop van harte dat dit lukt want dit zijn bijzonder hulpvaardige en sympathieke mensen.

Voor wat écht richting Lake Mburo rijden, moeten we eerst nog wat inkopen doen. Al snel blijkt dat je toch niet overal met dollars kan betalen want aan de kassa van de supermarkt aanvaarden ze enkel Oegandese Shilling. Later op de dag zullen we hetzelfde voor hebben bij onze lunch. We zullen dus toch nog even moeten bekijken hoe we dit best regelen. Gelukkig wil er één van de kassadames met ons mee naar de exchange en kunnen we zo onze boodschappen afrekenen. We proberen alles in de auto te krijgen maar weten nu al dat we deze nog efficiënter zullen moeten organiseren. Off we go voor een lange rit naar het Zuiden. Het plan was om op de evenaar te lunchen … we zijn er om 16u. Afrikaans timemanagement is toch niet helemaal ons ding … Gelukkig hadden we zoutcrackers en flessen water en de voordelen van een stevig ontbijt waardoor we er wel tegen konden. Op de evenaar zijn een aantal winkeltjes en eetgelegenheden. We lunchen in een restaurant met een véél te luid tv-toestel waar Sophie en ik lekkere rijst met groenten en ei kiezen, de kinderen frieten en Nico een stuk kip met meer been dan vlees en Koen een integrale vis … (hmm, was niet écht dat wat hij in gedachten hadden bij fish & chips). Enfin, we beseffen dat we hopeloos laat zijn want we moeten nog meer dan 2u rijden. Het zal dus donker zijn als we aankomen. En wat is regel nummer één in Afrika: “don’t drive when it’s dark”. Yeah right. Goe bezig!

De weg zelf is in prima staat (asfalt, gesponsord door de EU, dat zal je geweten hebben via de talrijke borden langs de weg) maar doordat je om de paar kilometer een dorpje hebt, kan je net echt snelheid maken. Bovendien hebben we vandaag minstens zes politiecontroles gezien. Walter White is er zelfs voor eentje moeten stoppen maar na het bekijken van de internationale rijbewijzen mochten ze terug doorrijden. De beelden langs de straten gaan van heel schattig (die mooie kleine kinderen) tot schrijnend (jong en oud met grote bidons water op hun hoofd kilometers te voet langs de grote weg) en van heel georganiseerd (stapeltjes met zoete patat, allemaal mooi naast elkaar, of mango of gember of tomaten, bananen, …) tot heel vuil en chaotisch. Je hebt soms echt het gevoel dat mensen op een half vuilnisbelt leven. Bovendien zijn veel huizen beschilderen met reclame-boodschappen. In elk dorp zie je ongeveer dezelfde reclames (voor verf, voor telecom, voor digitale tv-zenders, …). Bizar toch allemaal als je weet dat er achter de beschilderde huizen gewoon krottenwoningen schuil gaan.

De laatste 9 kilometer naar Leopard Rest Camp is “unpaved” en dat zullen we geweten hebben. Het heeft net een klein beetje geregend en de weg ligt er heel slecht bij. Onze 4WD bewijst meteen zijn nut! Bovendien is het donker en moeten we dus extra uit onze ogen kijken. We rijden midden in de wildernis, gewoon met onze twee auto’s en zelden of nooit hebben we een tegenligger. We maken ons allemaal de bedenking dat je hier nu liever met twee auto’s bent dan alleen. Als we dan nog een afslag fout nemen (de gps wou ons over wandelpaden sturen!) en moeten terugkeren met het nodige manoeuvreerwerk waarbij Sophie nog moest uitstappen om alles in goeie banen te leiden, waren we uiteindelijk blij dat we om 20u eindelijk bij het Leopard Rest Camp waren! Ronny staat ons met een big smile op te wachten. Het kampvuur brandt, de menu die hij ons voorstelt klinkt als muziek in de oren. Dit komt allemaal goed. Meer dan goed. We zetten voor het eerst onze tent op. Fé is in haar nopjes als ze zo’n dingen kan doen met haar papa. Ik probeer ondertussen de auto wat te organiseren. Om 21u zitten we aan tafel voor bruschetta’s, rijst, gepaneerde vis (in currykorst!) met rijst en groentjes en als dessert een banaan geflambeerd in rum (heerlijk maar mierenzoet!). Iets na tienen gaan we voor het eerst in onze tent liggen. 180 cm breedte om met drie op te slapen … het wordt een uitdaging. Benieuwd wat de nacht zal geven. Moeder natuur trakteert ons nog op een toemaatje na een zware dag: op zo’n 150 meter van onze tenten spotten we een prachtige kudde zebra’s. We hadden er al twee vluchtig gezien op de weg hier naar toe maar deze staat op hun gemak te grazen. Ernaast staat nog een grote eland die zich snel uit de voeten maakt als wij met onze petzle te fel schijnen. Wow, nu begrijpen we plots van wie die dierenuitwerpselen zijn zo vlakbij onze auto’s …


Comments


© 2023 by NOMAD ON THE ROAD. Proudly created with Wix.com

bottom of page