top of page

En toen zag ik ze traag maar overtuigend kantelen in het bruine sop ...

  • Foto van schrijver: Inge Dubois
    Inge Dubois
  • 6 jul 2016
  • 4 minuten om te lezen

Inpakken, ontbijten en wegwezen. Het is mooi geweest in Vientiane. Twee nachten hier blijven is perfect. Meer is niet nodig, minder is teveel rushen. Fé laat zich helemaal gaan voor het ontbijt: choco-cornflakes met omelette en gratin dauphinois ajb! Ik probeer eens een „toast français” en ontdek dat dit „wentelteefjes” zijn … yummie! We rekenen af en wachten op ons transport richting Vang Vien. Afhankelijk van het aantal reservaties zal het een grote of kleine bus zijn. Het blijkt een kleine vip-bus te zijn waar we best wel voldoende plaats hebben voor ons drie. De chauffeur rijdt bruusk en de wegen zijn weliswaar verhard maar vol putten. Bovendien is het aan het regenen waardoor het toch best wel gevaarlijk is. Al bij al gaan de 3u vlotjes voorbij. Fé en ik luisteren samen naar leuke muziekjes via Spotify. Het is ruim half twee als we in Vang Vien arriveren. Onze bus stopt ongeveer net naast ons gereserveerde hotel: handig! We slapen in een eenvoudig maar net hotelletje, 22 euro voor een nacht voor ons drie (inclusief ontbijt). Een prachtige siamese kater aan de receptie doet mij denken aan Mako (familie Dubois zal weten waar ik het over heb). Veel plannen hebben we niet vandaag dus vragen we even aan de receptie of zij een advies hebben. Hebben we zin in een kayaktocht op de Nam Xong river en daarna een bezoekje aan de Blue Lagoon?? Euh … ja, klinkt heel leuk! We gaan nog snel even bij de buren om een Laotiaanse fastfood maaltijd: overheerlijke omelette met tomaat en kaas in een hamburgerdoosje geserveerd met eetstokjes + een mini-banaan als toetje voor toch wel 1,5 euro per persoon. De tuktuk pikt ons op en rijdt nog even langs een ander hotel waar we een groep Chinezen, Thai, Laotianen, … oppikken (écht, met de beste wil van de wereld maar ik kan ze allemaal niet uit elkaar halen). We zijn hier als „Westerse” toeristen écht in de minderheid. De weg naar de start van de kayaktocht gaat over onverharde wegen die door de regen in een modderpoel veranderd zijn. Initieel wilden ze ons met drie in een bootje steken maar toen bleek dat onze boot te laag in het water hing, vroeg onze gids of ik bij hem in de boot wou. Vader en dochter konden dan samen de challenge aangaan. De Nam Xong is een brede rivier met bruin water met hier en daar een flinke rappid. Fé haar kayakervaring beperkt zich tot een paar meren in Canada en een tochtje op de IJzer. Deze rapids en de draaikolken zijn voor haar dus een nieuwe ervaring maar ze vindt het de max. Onze gids vraagt of we ervaring hebben. Wij volmondig „JA”. Tot ik na ongeveer 10 minuten varen Nico en Fé in de gaten krijg die heel traag maar overtuigend kantelen! Gelukkig hebben we een waterproof-bag waar de camera en onze waardespullen inzitten. Ze blijven „cool” en keren hun boot om en hijsen zich terug in hun zitje. Hilariteit alom! De tocht zelf is verder adembenemend mooi! Om het met Fé haar woorden te zeggen: „mama, als je Laos intikt in Google, krijg je foto’s te zien zoals het landschap wat wij hier nu zien!”: grillige bergen volledig groen omhuld met een sjaal van mist. We genieten met open mond terwijl er fijne regendruppels op ons hoofd vallen. Een temperatuur van 30 graden en ondertussen regen is een heel fijn gevoel. Na het kajakken worden we met de tuktuk naar de Blue Lagoon gebracht. Benieuwd wat dit zal zijn. Eén ding is zeker: het zal niet zijn zoals in IJsland. Heel blauw kan ik het water niet noemen (Nico zegt dat we gaan moeten Photoshoppen om jullie te doen geloven dat dit een Blue Lagoon is) en bovendien palmen een paar tientallen Chinezen de plek in. Het is zo’n echte backpackers-ontmoetingsplek. Ik geniet van de spelende tieners en de jongen die met zijn gitaar aanzet tot Chinese gezangen (of beter: gekrijs) maar pas zelf voor een duik in het water. Een magnum espresso en mijn eerste échte koffie van de reis (in café parisien) maken dit tot een fijne stop. Het is ruim halfzeven als we terug op onze kamer zijn. Een lekker douche en wat chillen op ons terras zijn ons deel. FaceTime & WhatsApp zorgen ervoor dat onze familie ook weer blij is om ons eens te horen. Vandaag ondervinden we hier trouwens aan de lijve wat „regenseizoen” kan betekenen. Het merendeel van de dag is het al aan het regenen. Het gekke is dat dat helemaal niet storend is omdat het zo warm is. Integendeel, het is verfrissend. Het enige nadeel zijn de grote plassen en de modder. Ook als we willen gaan eten is het nog aan het regenen. We lopen door onze straat en installeren ons in een heel gezellig restaurant. Het wordt ons culinair hoogtepunt (tot nog toe!) van onze reis. De kaart is heel gevarieerd maar we gaan voor een typisch Laotiaans gerecht „LAAB”: een kruidenmengeling met citroengras en veel munt & koriander voor mij met vis, voor Nico met kip. Geserveerd met sticky rijst in een mandje. Mooi om naar te kijken. Heerlijk om te eten! Fé haar keuze is ook top: kippebrokjes in bananenblad met kokosmelk en limoen met dezelfde sticky rijst (vege eten is hier écht niet evident, gelukkig is Fé hier voldoende flexibel in). Omdat het zo’n fijn restaurant is, gaan we ook voor een dessert: kokosrijst met vers fruit voor ons en brownie geserveerd met maple en komkommer (!!) voor Fé. Kris, ik heb écht al een paar keer aan je moeten denken hier … Terug op de kamer zetten we de nachtairco op (geeft nog een half uur koelte tot je slaapt). Zonder airco is hier geen optie. Morgen wacht ons een lange busrit naar Luang Prabang.


Comments


© 2023 by NOMAD ON THE ROAD. Proudly created with Wix.com

bottom of page