top of page

Dromen dat je Hazard bent terwijl je maar één been hebt

  • Foto van schrijver: Inge Dubois
    Inge Dubois
  • 4 jul 2016
  • 5 minuten om te lezen

Onze taxidriver zou ons om 6u30 komen ophalen in de lobby van het hotel. We kunnen al vanaf 6u ontbijten dus maken we hier gebruik van (ik mis mijn gezonde havermout-ontbijtjes nu al). Wanneer een man met knalgele auto en blinkende roze blazer bevestigend knikt als ik hem onze reservatie van de taxi toon, stappen we in zijn auto. Ik vind dat hij raar doet en krijg wat argwaan als hij ons briefje afneemt. Als hij afspreekt dat het 500 bath zal zijn naar BKK, maken wij hem letterlijk met handen en voeten duidelijk dat we al betaald hebben aan het reservatiekantoor. Plots is zijn Engels een heel pak minder … als hij door heeft dat we hem niet zullen betalen, zet hij zijn auto aan de kant en belt hij het nummer op dat op het blaadje staat. Ik vermoed dat hij van hen de toestemming probeert te krijgen om ons nu toch maar weg te brengen (nu hij al vertrokken is met ons) en dan daar zijn geld wil komen ophalen. Ik vraag hem om de telefoon aan mij door te geven (wat hij in tweede instantie dan ook doet) en leg heel de situatie uit aan de dame in kwestie. Het is duidelijk dat we met de verkeerde persoon zijn meegegaan. Uiteindelijk komt alles goed: onze eigen chauffeur komt ons ophalen waar we door de andere waren afgezet en brengt ons nog netjes op tijd naar de luchthaven. Het inchecken gaat relatief vlot maar aan de paspoort controle verliezen we enorm veel tijd. We mogen dan ook quasi onmiddellijk aan boord. Er zijn ongeveer evenveel bemanningsleden als passagiers op deze vlucht van Bangkok naar Vientiane. Mits het betalen van 105 dollar voor een visum voor ons drie mogen we met een grote Laotiaanse glimlach hun land binnen. Een vriendelijke taxi-chauffeur brengt ons naar het Golden Sun Hotel: een statig gebouw daterend uit de koloniale tijd. Oud maar heel netjes én met de nodige voorzieningen (lees: een zwembad voor Fé). Uitpakken en miss Fé ligt een paar minuten later al in het water terwijl ik het verslag van de afgelopen dagen probeer neer te pennen. Fé was al terug naar de kamer toen Nico en ik nog achter kwamen. In de volle overtuiging dat we op de zesde verdieping moesten zijn bleven we maar kloppen op de deur van de kamer omdat we dachten dat Fé het niet hoorde … na een poosje deed niet Fé open maar een lichtjes verbaasde Chinese! Oeps.

Het is ruim 14u als we gaan lunchen in één of ander lokaal eettentje: de kaart volledig in het Laotiaans, de eigenaar spreekt geen Engels (nauwelijks iemand hier eigenlijk), al een geluk dat er foto’s aan de muur hangen met de gerechten. We bestellen een soort soep met noedels en zeevruchten. Het is ok, lekker zou overdreven zijn. We betalen 8 euro voor ons drie, inclusief een grote fles water en een biertje. De Franse koloniale geschiedenis van Laos is overduidelijk aanwezig in talloze straatelementen (franse teksten, franse bakkers, café paris) maar wat nog het meest tot de verbeelding spreekt is dat ze hier een heuse Arc de Triomphe hebben met een Champs Elysées! Na de smerige Vietnam-oorlog hadden de Amerikanen cement geschonken aan Laos voor een nieuwe luchthaven. De Laotianen hebben er hun triomfboog mee gebouwd. Het bureau van toerisme bevindt zich vlakbij de boog. We gaan er binnen voor wat uitleg en een kaartje van de stad. Onze hotelreceptioniste had ons verteld over het Cope center. Ik had niet goed begrepen wat dit nu precies was. Het blijkt een kliniek en revalidatiecentrum te zijn voor mensen met geamputeerde armen en benen. Laos moet nog dagelijks aan den lijve de gevolgen van de Vietnam oorlog ondervinden. Duizenden UXO’s liggen nog overal in het land verspreid: unexploded ordnance. Tijdens de Vietnamoorlog hebben de VS „in het geheim” Laos platgebombardeerd omdat ze ervan overtuigd waren dat de Vietcong via Laos bevoorraad werden. Men is deze bombardementen jarenlang blijven ontkennen terwijl er 580.000 vluchten geweest zijn waar ze per vlucht 9000 splinterbommen uitgooiden. Eén splinterbom kan een gebied van 3 voetbalvelden vernietigen. Reken en tel … Laos is dan ook het meest gebombardeerde land ter wereld. Een groot deel van die bommen zijn onmiddellijk ontploft maar een onbekend aantal zijn niet ontploft en liggen dus nu overal verspreid in het land. In bossen, op rijstvelden, langs de weg, … Levensgevaarlijk, letterlijk! Te weten dat de straatarme bevolking voor het ijzer dat in zo’n grote bom zit ongeveer evenveel geld krijgt als het bedrag waarmee ze 3 maanden eten kunnen kopen, maakt dit je gewoon razend kwaad. Wat hebben ze deze mensen toch aangedaan? Duizenden Laotianen missen ledematen door heel deze macabere situatie. Wraakroepend. Het Cope center brengt dit onder de aandacht. Op het terrein van het revalidatiecentrum hebben ze een klein museum geopend waar je meer kan leren over alles wat er gebeurd is. Het is erg aangrijpend om de vele beelden te zien en daarnaast de talloze protheses. Per jaar wordt er 40 vierkante kilometer „bombies-vrij” gemaakt zoals ze hier zeggen. Er is nog meer dan 80 000 vierkante kilometer te gaan … We kopen een paar souvenirs als steun en schenken een gift aan de organisatie. Laos was het eerste land ter wereld, samen met Noorwegen dat het verdrag tegen splinterbommen heeft ondertekend. Begrijpelijk. Meer info over dit alles vind je op http://www.uxolao.org. Na het bezoek aan het museum en een ijsje om wat te bekomen gaan we met de tuktuk terug naar het hotel voor wat rust, zwemmetje en verslag. Het is een beetje frustrerend dat ik geen foto’s kan opladen op onze blog. Het internet is hier meestal te zwak om te kunnen uploaden. Rond 20u gaan we iets eten in een koloniaal restaurantje en lopen we nog eens tot aan de machtige Mekong-rivier die ons voor een groot deel van onze reis gezelschap zal houden. Er is een markt met tientallen kraampjes vol brol in het kwadraat! Terug thuis moeten we alweer in de douche. Gewoon over straat lopen zorgt hier al voor zweetdruppels die langs je rug lopen. Het is heet én vochtig. Ik ben helemaal geen airco-fan maar hier kan je écht niet zonder. Heb ik trouwens al gezegd dat De Bruyne, Hazard en Kompany ook in Laos helden zijn? Telkens iemand je hier vraagt vanwaar je komt, beginnen ze over voetbal! En hoe jammer ze het vinden dat België is uitgeschakeld op het EK. Kinderen lopen hier met voetbalshirts van alle grote clubs. De lokale bar in onze straat heeft een groot bord staan met „You’ll never walk alone” er op. Ze zijn hier trouwens stapelgek op gokken. Overal langs de straat vind je „loterij-verkopers” aan een tafeltje onder een parasol. Duidelijk big business want ze stoppen met hun brommertjes even langs de kant voor een kaartje en rijden dan weer door. Ik mag hopen dat ze niet al hun geld op onze Rode Duivels gezet hebben.


Comments


© 2023 by NOMAD ON THE ROAD. Proudly created with Wix.com

bottom of page